woensdag 10 februari 2016

Cocooning in zwart wit en full-color


Ik heb nooit zoveel opgehad met de wintermaanden, vooral niet met februari. Hoewel het dit jaar wel gaat, houd ik altijd een groot onbehagen waar het de F-maand betreft.
Door de tijdelijke omstandigheid dat mijn levensgezellin tegenwoordig voor haar werk in de vluchtelingenopvang avonddiensten draait, heb ik deze winter een voor mij geheel nieuwe manier van cocooning kunnen uitproberen. Gewoonlijk duik ik weg in boeken en tijdschriften, soms met een beige fleece dekentje over me heen tegen de echte of vermeende koude van het bikkelig seizoen, maar de afgelopen maanden ben ik weggezonken in tv-series en misdaadkomedies uit de jaren zestig en zeventig, en dat zeer tot mijn bedaagde plezier.

De moderne mens schijnt niet meer zonder de keiharde, supersnelle, kordate tv-series van HBO te kunnen. Ik begrijp daar niets van, want wat voor mij al die series gemeen hebben is een overdaad aan abstracte, computergegenereerde bewegingen en tumultueus geweld, die mij al na twee minuten tot tranen toe verveelt. Nee, dan zoek ik mijn heil liever in de bedaardheid van The Avengers, Mission Impossible, The Rivals of Sherlock Holmes, Cadfael, The Man from U.N.C.L.E., The Persuaders of I Spy.

Desalniettemin ben ik een moderne vent en ben ik behoorlijk handig op het internet, zodat ik via allerlei bronnen ondertussen de meeste van die series wel op de harde schijf heb staan, klaar om via een USB-stick bekeken te worden. Niet in de cloud, natuurlijk, want dat vind ik weer flauwekul en waan van de dag. Modern conservatief zijn: het luistert nauw, heel nauw!

Als Jenet op een zaterdag of zondag om twee uur ‘s middags naar de Bijlmer vertrokken is, om niet vóór middernacht terug te keren, schuif ik de hangstoel voor het schouwvlak, bereid een schaaltje nootjes, schenk me een tonic of een single malt in en ga lekker zitten binge-kijken.

Robert Culp en Bill Cosby
Waar ik me op voorhand het meest van voorgesteld had, was de enige serie uit mijn jeugd waar ik dispensatie voor had gekregen van mijn ouders. Als Dubbelspion (I Spy. Ik meen op dinsdag, ik meen bij de AVRO) op de tv was, mocht ik een half uurtje langer opblijven. Maar juist deze serie viel me in het begin behoorlijk tegen. Aanvankelijk kon ik de sfeer niet terugvinden die ik me herinnerde van vroeger. De chemie tussen de blanke tennisser en zijn zwarte coach, beiden tevens geroutineerde geheim agenten met schouderholsters en harde knuisten, ontbrak een beetje. Robert Culp als Kelly Robinson had bij tijd en wijle nog wel een zwierige tinteling in zijn stem, maar de op dit moment zo in opspraak geraakte Bill Cosby als Alexander Scott was eigenlijk maar een sombere, al te serieuze, enigszins broedende figuur. Later, toen de serie wat meer haar eigen sfeer wist te vinden, veranderde dat weliswaar een beetje, maar niettemin heb ik mijn passie van vroeger niet terug kunnen vinden.

Tony Curtis en Roger Moore
Heel anders ging dat met het werkelijk schitterend geremasterde De Versierders (The Persuaders) met Tony Curtis als Danny Wilde en Roger Moore als Lord Brett Sinclair. De chemie tussen de twee mannen spat eraf. Het is een feit dat Moore niemand anders dan Curtis wilde hebben als co-star en dat is te zien. Deze mannen hielden van elkaar en trokken de kijker onweerstaanbaar mee in hun melige, oubollige, gedateerde en verrukkelijke wereld van repartee, banter en quips.
Vooral Tony Curtis is op het homoseksuele af, met zijn kneden van nekken, masseren van dijen en bij de arm nemen van mannen en vrouwen, onderwijl opgewekt honderduit babbelend en de gevaren nooit serieus nemend. Een beminnelijk oud wijf was hij, deze vleesgeworden verpersoonlijking van de metro-man.
Toen ik mijn verrukking over deze 24-delige serie via Facebook kenbaar gemaakt had, ontving ik bezorgde reacties: was dit niet veel te oubollig en gedateerd geworden? Zonder twijfel. Als Game of Thrones je ijkpunt is, heb je hier vermoedelijk niet veel te zoeken. En wat dat gedateerde betreft: ik snap wel dat het woord meestal in pejoratieve zin gebruikt wordt, maar naar mijn mening staat alles in een traditie, vormt alles een doorlopend koord doorheen de tijd, en dient alles dus ook altijd gedateerd te zijn. Natuurlijk kijk je naar de kleuren van 1973, dat was de bedoeling ook!

Patrick Macnee en Ian Hendry
De Wrekers (The Avengers) begon helemaal niet zo veelbelovend. De in zwartwit opgenomen reeks begon op 7 januari 1961 en was een rommelige, ietwat smoezelige vertoning. Niet veel afleveringen van die eerste jaargang zijn behouden gebleven, maar genoeg om te zien dat Patrick NcNee zijn rol nog helemaal niet had gevonden. Zijn tegenspeler was ook nog geen vrouw, maar een man, Ian Hendry in de rol van Doctor David Keel. De John Steed van de eerste jaren was een luidruchtige, vaak ietwat sarcastische volksjongen, weliswaar soms met een bolhoed op het hoofd, maar beslist geen heer. Meer verwant aan Michael Caine dan aan Roger Moore, zullen we maar zeggen. Pas enige tijd later, na eindeloze reeksen met de niet bijzonder opwindende Honor Blackman wist hij met Miss Emma Peel (Diana Rigg) de zo broodnodige chemie te vinden. Toen werd de persoon Steed ook eindelijk de iconische, ironische gentleman die met artistiek gemak en een welgemikte klap met zijn paraplu de boeven buiten westen stelde. Toen pas verscheen ook de meer dan levensgrote persoon van Mother en werd de serie vol excentrieke boeven en slachtoffers een legendarische. Helaas ging zij, met nieuwe tegenspelers, daarna nog veel te lang door.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten