zondag 10 april 2022

Een beetje over het hoofd gezien: Mechelen

Als Nederlanders naar België gaan, zullen de meeste in eerste instantie denken aan de grote steden Brussel, Antwerpen of Gent. Brugge is natuurlijk een must en voor de wat avontuurlijker ingestelden is Luik een optie, maar Mechelen? Wij dachten: laten we er in dat geval maar eens een kijkje gaan nemen.

Wanneer wij ons opmaken voor een lang weekend in een Nederlands of Belgisch stadje kijk ik vaak even of de Van Rossems er al geweest zijn, zodat je alvast een eenvoudig overzicht hebt van de te verwachten attracties. Enigszins tot mijn verrassing ontdekte ik dat het illustere drietal Mechelen nog niet heeft aangedaan, hoewel die kleine stad zich uitstekend voor hun programma zou lenen. De architectuur is er afwisselend middeleeuws, barok, jugendstil en modern, vaak wild door elkaar neergezet. De stad kent een boeiende geschiedenis als voormalige hoofdstad van de Spaanse Nederlanden. Er staat een grote, indrukwekkende kathedraal pal in het centrum en verderop vindt men vele interessante kleinere kerken, alsook een foodhall en een forse kruidentuin. De stad kent ook nog een plaatselijke beroemde schilder, Rik Wouters, dus er zijn meer dan genoeg aanknopingspunten voor een gevarieerd reisprogramma, zou je zo zeggen. Tel daar nog bij dat Mechelen dus niet direct een mainstream reisdoel is en je hebt je programma klaar. 

Door de felle gevechten in de Eerste Wereldoorlog is veel van de oude stad verwoest. Overal verspreid treft men dan ook die typisch Belgische, ietwat vlakke moderne bouw aan. Zonder ingrijpen van de schoonheidscommissie lukraak neergezette utiliteitsgebouwen, voorzien van veel bladderend pleisterwerk en een wat grauwe atmosfeer uitstralend. Ernaast vaak dan weer een halfhouten laatmiddeleeuws pand met authentieke gevelstenen en kleine raampjes. En dat alles in straten met charmante namen zoals Straatje-Zonder-Einde, Leegheid of Befferstraat. De stad heeft het op een na hoogste aantal beschermde gebouwen van Vlaanderen.

Gedurende een korte periode in de 15e en 16e eeuw werden de Lage Landen vanuit Mechelen geregeerd en vervulde de stad de functie van bestuurlijke hoofdstad van de Nederlanden, in die hoedanigheid ingesteld door Margaretha van Oostenrijk. Deze periode heeft bijgedragen tot het uitgebreide kunstbezit en vele gedenkwaardige gebouwen. Het Museum Hof van Busleyden stond in de steigers en was helaas gesloten, dus concentreerden we ons op de stad als geheel.

Het dominerende gebouw van Mechelen is de kolossale en imposante Sint-Romboutskathedraal. Met 97 meter heeft deze kerk de zesde hoogste gotische toren van België. Dat had nog dertig meter meer moeten worden, maar het geld raakte op. Het is beslist een mooie kerk, met hoge bogen en een enorme ruimtelijkheid. Het kunstbezit van de kerk is zo groot dat je je half in een museum waant, waar de afzonderlijke kapellen als toonkamers ingericht zijn. Je kunt er onder andere het schilderij Christus aan het kruis van Anthony van Dyck aantreffen. 

 
Het pronkstuk in de kerk is echter het hoofdaltaar van Lucas Faydherbe uit 1665, dat in weelderig gesneden eikenhout een explosie is van absolute zelfoverschatting. De arme kerk woonde hier bepaald niet, zoveel was alleszins duidelijk. 


‘Kijk toch eens Sis, wat een lollig kerkje,’ imiteerde ik nasaal Maarten van Rossem. We stonden in de Sint-Pieter-en-Pauluskerk aan de Veemarkt, een jezuïtische barokkerk gebouwd tussen 1669 en 1694 naar plannen van Antoon Losson. Het interieur was van een heldere lichtheid die ons blij maakte en waardoor we bijna de buitentemperatuur van rond het vriespunt vergaten. Dergelijke zuidelijke frisheid zie je in Nederland niet zo vaak.

Mechelen is volledig Nederlandstalig, maar de taalgrens is aan het oprukken. Een cafébaas van in de zeventig met wie we in gesprek geraakt waren, verzuchtte dat de Nederlandse taal steeds meer onder druk komt te staan. ‘Van Brussel en Leuven is dat wel al bekend, maar waar ik vandaan kom, Vilvoorde, net tussen Mechelen en Brussel in,’ vertelde hij met een hese mengeling van weemoed en verontwaardiging in zijn stem, ‘waar we in mijn jeugd honderd procent Nederlands spraken, daar praat nu bijna iedereen Frans. Die yuppen uit Brussel, weet u, die naar buiten de stad gaan…’

Het laatste maal in Mechelen moest iets typisch Vlaams worden. Het werd paling in het groen.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten