Daar ligt mijn moeder in een laatste zwijm
van dormicum, versneden met
morfine.
Het slapen is voor haar tot een
routine
geworden - ik vereeuwig haar in
rijm.
Dit moeizaam ademhalend
perkament,
mijn mammie, lijkt een mummie
nu te zijn,
een Hatsjepsoet of Nefertiti:
klein
en breekbaar en onpeilbaar
onbekend.
Terwijl ik langzaam afscheid
van haar neem
weerklinkt iets dat de zware
rust bederft
(want alles in het leven is
gelaagd).
Mijn iPad, zie ik, legt op mij
een claim.
Dus lees ik, drie kwartier
voordat ma sterft
een mail van Jonathan: hij is
geslaagd!
19 juni 2017