zondag 23 juni 2019

Valencia fris als een sinaasappel


Toen de Turia nog stroomde...
In 1981, tijdens El Tejerazo, die malle staatsgreep van Antonio Tejero, die het fascisme van Franco wilde herintroduceren in Spanje, reden de tanks door Valencia. Kapitein Generaal Jaime Milans del Bosch had er de noodtoestand uitgeroepen en getracht in deze, de derde stad van Spanje, een bruggenhoofd te vormen voor de coup. Ondanks dat de coup een snelle dood stierf, gaf Milans del Bosch zich pas drie dagen later over.
Dit is geen oude geschiedenis. Dit gebeurde toen ik vijfentwintig was.

Nu is Valencia een moderne, jeugdige stad, bewoond door jonge en oude, moderne en conservatieve vrije mensen. Ze zijn zelfbewust, ze weten voor zichzelf te zorgen, ze letten uitstekend op: dit is hun stad: schoon, progressief, sportief, verankerd in haar traditie en trots.

De grote overstroming van 14 oktober 1957
In vroeger tijden werd de stad geflankeerd door een onbetrouwbare en grillige rivier, de Turia, gevreesd door haar overstromingen. Na de grote overstroming van 14 oktober 1957, die enorme schade aanrichtte en ten minste 81 doden ten gevolge had, was men het zat en besloot men de rivier om te leiden (Plan Sur de Valencia). De werkzaamheden waren gereed in 1969 en de oude rivierbedding bleef jarenlang braak liggen. Opeenvolgende franquistische burgemeesters trachtten de bedding in te richten als een monstrueuze tienbaans autoweg, maar met de komst van democratie na Franco’s dood in 1975, werd de bedding ingericht als stadspark (Jardí del Túria/Jardín del Turia) waar fietsers en wandelaars het drukke verkeer omzeilen, waar tai-chi- en zenklasjes hun rituelen uitvoeren, waar middelbare scholen hun sportdag houden en waar iedereen neerploft om te picknicken, de boom-box in stelling, de rugzak als hoofdkussen. 
Ciudad de las Artes y las Ciencias
Het park bevat vijvers, bloembedden, kleine bossen, speelplaatsen, monumenten en pleinen, restaurants en kiosken, sportterreinen, klimmuren en barretjes. De vele oude bruggen zijn gehandhaafd en laten het drukke verkeer van de buitenwijken naar de stad gaan en terug. Het is een beetje surrealistisch om door een tuin te wandelen en onder zo’n statige rivierbrug door te gaan.
Helemaal aan het einde van het langgerekte park bevindt zich de door Santiago Calatrava en Félix Candela ontworpen, hypermoderne Ciudad de las Artes y las Ciencias (Stad van Kunst en Wetenschap), waaraan in 1989 werd begonnen. Het laatste gebouw was in 2009 klaar.

Ons hotel lag aan de oostoever van de voormalige rivier en keek uit op het Palau de la Música Valenciana. Voor ons aan de overkant van het park lag de negentiende-eeuwse wijk Canovas, officieel geheten: La Gran Via. Onze “oever” van het park was een moderne façade, terwijl achter ons hotel de negentiende eeuw weer verder ging, in de vorm van de wijk Albors, waar we meestal onze tapas aten (daarover later meer).

Ergens links is ons hotel te zien
De rust van het park compenseerde bijna de drukte van de stad. Niemand was nerveus. Wel doelbewust, kordaat en energiek, niet nerveus. Jong en oud paradeerde, arm in arm of in rijtjes van vijf, door de brede lanen. Niemand trok zich iets aan van verkeerslichten, niemand ging opzij als er iets of iemand aankwam. Het meest gebruikte vervoermiddel was de elektrische step, die zich met doodsverachting door het verkeer boorde. Ook op die voertuigjes zag je weer jong en oud, bekommerd en onbekommerd, mooie getatoeëerde meisjes en oude getatoeëerde gekken met grijze paardenstaarten.

Een blijde stad is Valencia, die indruk was het scherpst. Een ontspannen stad.