maandag 27 januari 2025

Bedlezerig deel 2

Ook het tweede en derde deel van deze serie over Italiaanse misdaadlectuur zullen gaan over van oorsprong Engelstalige boeken. De Britse Magdalen Nabb, in het vorige deel ter sprake gekomen, was voor zover ik kan zien de eerste die vanuit de Angelsaksische misdaadtraditie opereerde. Haar directe navolgster was de Amerikaanse Donna Leon, die ondertussen 33 deeltjes heeft geschreven over de daden van commissario Guido Brunetti in Venetië. Mijn vriend Voorheen Rookzanger schrijft over haar “Ik geloof niet dat ik saaiere misdaadlectuur ken dan de boeken van Donna Leon”. Daar scheiden bij wijze van uitzondering onze wegen eens een keer. Hij zou Magdalen Nabb moeten proberen!
Ik houd wel van de boeken van Leon. Rookzangers bezwaren snap ik, zeker als je in aanmerking neemt dat zijn benchmark Simenon is, maar Leons boeken zijn lang zo erg niet als hij beschrijft. Jazeker, de sociaaldemocraat Brunetti is een politiek correcte Gutmensch (onbegrijpelijk dat zoiets tegenwoordig een pejoratief kan zijn!) en zijn nogal clichématig geschetste adellijke, maar tegelijk communistische echtgenote Paola en hun kinderen zijn misschien niet de opwindendste karakters aller tijden, maar Leon schrijft met humor en haar beschrijvingen van falende personages hebben een lekkere dosis vinnig sarcasme die mij enorm bevalt. Dit is beslist niet de zwaarst denkbare kost, en wie het om gruizigheid te doen is kan beter doorzoeken. Maar ze heeft school gemaakt: haar aanpak en sfeer is bijvoorbeeld zeer herkenbaar terug te vinden in het werk van Iain Pears en Philip Gwynne Jones. 

Van haar boeken is een televisiereeks gemaakt, maar verrassend genoeg in het Duits, door de ARD. In de eerste vier afleveringen vertolkte Joachim Król de commissaris. Hij moest daarna wegens verplichtingen elders voor de rol bedanken. Uwe Kockisch (illustratie) nam het stokje over en kennelijk tot tevredenheid, want hij bleef aan in nog eens 22 afleveringen. Tot zijn 75e bleef hij Brunetti. Ook Paola veranderde van uiterlijk. Wat te zeggen over deze serie? In feite zijn het gewone Krimis, die toevallig eens een keer niet in München, maar in Venedig spelen. De bekende Italiaanse thema's komen weliswaar ruim aan bod, maar daar staat tegenover dat veel van de personages in hun uiterlijk en hun doen en laten grondig Duits zijn, met uitzondering van Karl Fischer die een zeer overtuigend Italiaanse sergente Lorenzo Vianello neerzet. Ik heb voor u een aantal afleveringen bekeken en naar mijn smaak was de Brunetti van Król de net iets meer overtuigende.

Michael Dibdin geeft ons de melancholieke detective Aurelio Zen. Zoals zijn naam al suggereert is Zen een geboortige Venetiaan. De Brit Dibdin is zeer op de hoogte met de Italiaanse mores en daardoor komt het Italië van zijn boeken zeer overtuigend over. Doordat Zen een specialist is opereert hij als kidnap-deskundige door heel Italië. Zo krijgen we een zeer compleet beeld van het land in al zijn uithoeken. In de elf delen bevinden we ons in Perugia, Sardinië. het Vaticaan, Venetië (een thuiswedstrijd), Napels, Rome, Catalina in Sicilië, de Dolomieten, Bologna en Calabrië.
Aurelio Zen is een gecompliceerd mens. Van alle schrijvers over Italiaanse misdaad, is Dibdin wel de meest literaire, niet alleen in schrijfstijl, maar ook in de uitgewerkte ideeën. Ambitieuze monologues intérieurs trachten van meet af aan een diepere psychologie aan te brengen dan in vergelijkbare boekreeksen. We leren Zen kennen als een bewogen ziel, met veel onverwerkt verleden.
Bovendien zijn de boeken geknipt voor verfilming - ze lijken zelfs uitdrukkelijk met dat oogmerk geschreven te zijn - dus is het raar dat er maar één, kort reeksje van drie afleveringen gemaakt is, waarin de boeken ook nog eens zwaar bewerkt werden.
Niemand begreep waarom de BBC het hierbij gelaten had, want de serie werd (terecht) goed ontvangen. Rufus Sewell, die binnen de gedeeltelijk locale cast overtuigend Italiaans overkomt en ex-bondgirl Caterina Murino (illustratie) zetten overtuigende karakters neer en de coleur locale was zeer precies gevangen.

Ook bij Zen keren natuurlijk weer de bekende thema’s terug: de Italiaanse familie, de Mafia, de incompetente superieuren met hun eigen agenda’s die na de onvermijdelijke flater hunnerzijds de verantwoordelijkheid trachten af te wentelen op de onder hen gestelden. Ook de animositeit tussen politie en carabinieri wordt geregeld benadrukt. Je kunt van clichés spreken, maar ooit was dit alles fris en nieuw. Bij Nabb dus, en in mindere mate bij Dibdin, Pears en Leon, de oude garde.

In het volgende stukje kijken we naar de nieuwere garde.

zondag 5 januari 2025

Bedlezerig deel 1

Toen ik aan het begin van een korte road trip door de Ardennen en het Moezelgebied op 3 september midden in de nacht wakker werd van de rugpijn, kon ik niet bevroeden dat ik de volgende vier maanden min of meer aan mijn bed gekluisterd zou blijven. Nadat we terug naar het vaderland gesneld waren, werd in het ziekenhuis vastgesteld dat ik aan spondylodiscitis leed, een bacteriële infectie van een van de onderste tussenwervelschijven. Plat liggen en mijn tijd beiden, daar kwam het op neer. Gelukkig had ik de beschikking over mijn trouwe tablets, die me internet, een discotheek, een keur aan sudokuboekjes en een uitgebreide bibliotheek verschaften. Ik heb in de afgelopen drie maanden zeker vijfenveertig boeken gelezen.

Door de omstandigheden (eerst een tijd in het rumoer van het ziekenhuis, later in de dwingende en nogal afstompende dagroutine van de antibiotica) kon ik me maar moeilijk concentreren, dus greep ik al gauw naar die lichte kost die ik het liefst tot me neem als ik me wil ontspannen: politieromans spelende in Italië. Daar zijn er verrassend veel van. Vreemd genoeg met name vanuit Engelstalige gebieden.

Wat maakt Italië zo geschikt voor thriller- en misdaadromans? Het lijkt voor de hand te liggen. Daar is ten eerste het karakter van het land zelf, met haar kunst, architectuur en cuisine. Dan speelt mee haar rijke sociale geschiedenis, met Mafia, Brigate Rosse en de mede door deze groepering geïnstigeerde Anni di piombo, de geweldadige Jaren van lood. Italië is een land met springlevend fascisme, communisme, schimmig katholicisme, met bandieten en partizanen en recentelijk met enorme vluchtelingenstromen. Ook is er in Italië een pittoreske, bittere concurrentiestrijd gaande tussen twee politiemachten, de Polizia en de Carabinieri. Voeg daar nog bij de enorme binnenlandse verschillen in leefomstandigheden, van de gortdroge arme steppegrond van Calabrië tot de luxueuze penthouses van Milaan, en er ontvouwt zich een weids panorama van uitersten. Italië is als het ware een continent in landgedaante, verbonden (of gescheiden) door dezelfde taal in rijke regionale verscheidenheid.

Toch lijkt het erop dat er meer aan de hand is. Italiaanse misdaadfictie is kennelijk echt een “ding”, want je zou op grond van deze overwegingen verwachten dat er ook een vergelijkbare, rijke misdaadliteratuur moet bestaan van en over bijvoorbeeld Spanje, dat immers net zo’n druistige geschiedenis, sociale structuur en veelzijdige couleur locale kent. Toch kost het me veel meer moeite om boeken in dat subgenre te vinden, indien ze al überhaupt bestaan. Ik heb wat vertaald werk van Manuel Vazquez-Montalban, en dat is het wel zo’n beetje. Waar het verschil in zit kan ik niet goed duidelijk krijgen.

Zoals gezegd is Italië een grote favoriet bij Engelstalige schrijvers. Mijn verhouding met de in Italië gesitueerde, Engelstalige misdaadromans begon een jaar of twintig geleden toen ik de zeven boeken ontdekte die de Engelse kunsthistoricus Iain Pears publiceerde over de Engelse kunsthistoricus Jonathan Argyll. Vreemde kunstgerelateerde misdaden worden opgelost door Argyll en twee bevriende politiemensen, generaal Taddeo Bottando en diens naaste medewerkster Flavia Di Stefano, met wie de excentrieke Brit in de loop der tijd een liefdesrelatie aan zal gaan. De boeken zijn vrolijk, ironisch en lekker nonchalant. Een diepe, beroepshalve kennis van de Italiaanse kunstwereld wordt gekoppeld aan een vlotte stijl en gedegen plotwerk. Er heerst een permanente staat van oorlog tussen de Polizia, de Carabinieri en de Kunstpolitie. Vaak zijn de plots gewiekst, nu en dan op het overgecompliceerde af, maar in de laatste tien bladzijden komt alles toch altijd weer op zijn pootjes terecht, meestal met nog een extra scherpzinnigheid van Argyll die een ultieme draai aan het geheel weet te geven.

Na deze reeks is Iain Pears een ander soort boeken gaan schrijven die allemaal wel steeds een zekere complexiteit in de plots behielden. Over zijn recentste boek, Arcadia, met zijn buitengewone structuur valt heel wat te schrijven.

Maresciallo Guarnaccia van de carabinieri, gecreëerd door Magdalen Nabb, opereert in het zuidelijke deel van Florence, onder de Arno. Deze verdwaalde Siciliaan die in Florence werkt terwijl zijn gezin achtergebleven is bij zijn stervende moeder in Siracusa, is groot, zwaar en bedachtzaam, als een ietwat sullige soort Maigret. Wat precies zijn officiële functie in de wirwar van Italiaans wetshandhavers is, wordt niet meteen duidelijk. Ondanks het aplomb van de titel, staat een maresciallo niet erg hoog in de pikorde. De carabinieri zijn militaire politie, en Guarnaccia is dan dus een onderofficier. De Nederlandse vertaling laat de functie zoals hij is, de VN-Thrillergids probeert het met “wachtmeester” en dat klinkt niet slecht. 

In sfeerrijk, kordaat proza komt de stad tot leven (het moge de lezer duidelijk zijn dat je dit soort boeken voornamelijk leest om de plaatsen en de personen, veel minder om de misdaden en het detectivewerk) en al snel ken je de weg in Florence. Toch kleeft er aan het werk van Magdalen Nabb een zeer groot bezwaar. Ze houdt heel veel van excentrieke mensen en ze laat ze volledig uitpraten over hun kleine drama’s. Dit haalt het tempo geregeld finaal uit de verhalen en verdoezelt de hoofdplot niet zo’n klein beetje. Ze gaat hier heel ver in, zodat men in haar boeken geregeld erg saaie en meanderende hoofdstukken kan aantreffen. Soms ook neemt een subplot het helemaal over. Zo bederft de onfortuinlijke dood zonder enige plot-reden van Guarnaccia’s assistent Gigi de ontrafeling van het mysterie van de dood van de Nederlander. Ik laat het wat Nabb betreft bij die paar deeltjes waar ik me doorheen geworsteld heb. De goede stukken wegen niet op tegen de taaie. Het leven is te kort.