Marktplatz, Goslar |
Het korte reisverslag van Heine uit 1824 zit vol
met studentikoze blague en spotternij. Als een ware iconoclast maakt hij korte
metten met de haast heilig verklaarde hoogwaardigheidsbekleders van zijn land. Keizer
en kerk krijgen veeg na veeg uit de pan: “die Standbilder deutscher Kaiser,
räucherig schwarz und zum Teil vergoldet, in der einen Hand das Scepter, in der
andern die Weltkugel; sehen aus wie gebratene Universitätspedelle.” Slechts de eerlijke, arme landslieden, mijnwerkers
en arbeiders komen er goed vanaf. Ook zichzelf belangrijk vindende stadjes
moeten het ontgelden. Over Goslar schijft hij: “Der Name Goslar klingt so erfreulich, und
es knüpfen sich daran so viele uralte Kaisererinnerungen, daß ich eine
imposante, stattliche Stadt erwartete. Aber so geht es, wenn man die Berühmten
in der Nähe besieht! Ich fand ein Nest mit meistens schmalen, labyrinthisch
krummen Straßen, allwo mittendurch ein kleines Wasser, wahrscheinlich die Gose,
fließt, verfallen und dumpfig, und ein Pflaster, so holprig wie Berliner
Hexameter.” Wat Heine precies bedoelt met die Berlijnse hexameters, daarover
zijn de tekstbezorgers het niet met elkaar eens, maar niettemin werkt het
komische beeld uitstekend!
Heine smaalt verder: het eten is meestal slecht, de
herbergkamers vuil en vol ongedierte, soms is hij blij verrast als een tafelgenoot
een tijdje zijn bek weet te houden. Nee, zachtzinnig is Duitslands meest
controversiële romantische dichter bepaald niet. Alleen in zijn lange verzen
die het verslag doorspekken kan Heine met vele tedere verkleinwoordjes een
zachte, ja sentimentele indruk maken.
Het Goslar dat wij aantroffen was niet meer zo
doorkruist door smalle steegjes. Er was ruimte in de stad ontstaan, zonder dat
de Tweede Wereldoorlog erg veel schade had aangericht. Bij een vergelijkbare stad
als Halberstadt kan men de invloed van de oorlog en vervolgens ruim
vijfendertig jaar communistische wederopbouw bespeuren door een zakelijke maar matte
nieuwbouw.Wat je wel veel aantreft in Goslar is laat
negentiende-eeuwse nieuwbouw: een geheimzinnige mengeling van Saksische
vakwerkbouw en een soort sentimentele Jugendstil. Mooi, maar wel een beetje
mal. Jugendstil (foto Raymond Faure)
Natuurlijk wilden we vervolgens ook de Brocken beklimmen, met ruim 1100 meter de hoogste top in het Harzgebergte en ook het hoogtepunt van Heine’s wandeltocht, maar door de aanhoudende droogte was die een prooi geworden van een hardnekkige bosbrand. De hele dag door berichtte de NDR radio over de blusacties en de verkeersinformatie verklaarde de berg en omgeving tot verboden gebied. Boven Goslar zagen we de hoekige, gele blusvliegtuigjes langs scheren.
Meer in het oosten, voorbij de historische grens tussen Bondsrepubliek en DDR ligt Halberstadt. Zo ongeschonden als Goslar door de Tweede Wereldoorlog is heen gekomen, zo zwaar heeft Halberstadt het moeten ontgelden. In 1944 en 1945 heeft de stad tien luchtaanvallen doorstaan van de 8th US Air Force. Een tapijtbombardement met bijna 600 ton aan springtuig op 8 april 1945, ter voorbereiding van de intocht der Amerikaanse grondtroepen legde de historische binnenstad voor 82% in puin. In totaal hebben de tien bombardementen tussen de 2000 en 3000 mensenlevens gekost.
Martinikirche, Hochaltar |
Het oog wordt direct aangetrokken door een overdadig barok hoogaltaar, gebouwd in 1696 door Thiele Zimmermann, en een beroemd monumentaal orgel gebouwd door David Beck in 1592-1596. In tegenstelling tot andere Christlich Evangelische (dat wil zeggen: Lutherse) kerken in de buurt was deze niet helemaal dichtgeplamuurd tot er een kale wachtkamer ontstond, zoals gebeurd was in de 1000 jaar oude Liebfraukirche, waarvan alleen de Kruisgang iets van zijn ouderdom prijsgeeft. We dwaalden nog een tijdje over de oerlelijke pleinen van de stad en wilden ook nog even langs het Burchardi Kloster gaan, waar John Cage’s 639 jaar durende orgelstuk As Slow As Possible wordt uitgevoerd, maar helaas: op maandag gesloten. Eerst de Brocken, nu dit!
Quedlinburg |