maandag 11 maart 2024

De zieke hypochonder 7

 In de operatiezaal vertelde de anesthesist dat hij gisteren vader geworden was. Ik wilde hem feliciteren maar werd onmiddellijk weer wakker met Jenet in mijn rechter blikveld, die lieve en troostende woordjes sprak. Zonder omwegen werd ik van de hartlongmachine losgekoppeld en was de rest van mijn leven begonnen. Al mijn bespiegelingen over de discontinuïteit in mijn levensloop die de operatie zou opleveren, dat wat ik De Snede gemunt had, bleken nergens op te slaan. Er was geen snede, er was geen muur waar ik doorheen moest. Integendeel, alles ging volstrekt naadloos verder. Alleen was ik onderweg ergens vijf uur kwijtgeraakt.
 Al gauw ontdekte ik dat mijn nieuwe leven voorlopig beheerst zou gaan worden door pillen. Dat was één van de meest in het oog lopende gevolgen van de hartoperatie: een hele berg medicatie. Reguliere herstelmiddelen, ad hoc voorgeschreven middelen en een paar oude bekenden vormden te zamen een indrukwekkende lijst chemicaliën: Acenocoumarol (bloedverdunner), Amoxicilline (antibiotica), Digoxin (hartslagregulatie), Furosemide (vochtafdrijvend middel), Pantoprazol (maagbescherming), Paracetamol (pijnstiller), Metoprololsuccinaat (rétard bètablokker), Metoprololtartraat (snelwerkende bètablokker).
 Laat ik eerlijk zijn: ik heb altijd al een intieme en intensieve verhouding gehad met medicijnen. Ik deed niet mee aan het al te precieus geneuzel van de waarschuwers. Ik vond: als je iets hebt en er bestaat een pil, zalfje, poeder, drankje of prikje tegen, hup dan! Slikken, smeren of prikken maar. En geenszins homeopathisch, dank u wel alstublieft! In één opzicht heeft me dat in mijn leven enorm geholpen. Ik ben namelijk sedert mijn dertiende een chronische migrainelijder en reeds op betrekkelijk vroege leeftijd heb ik ontdekt dat een aspirientje tijdens de schitteringfase voldoende is om de erop volgende zwarte pijngolven af te wenden. Geen paracetamol of diclofenac: alleen aspirine (acetylsalicylzuur) en niets anders. Als bloedverdunner, niet als pijnstiller. Dus heb ik altijd een groen stripje van Bayer bij me, waar ik ook heen ga. In de loop der jaren is daar van alles bijgekomen en is de inhoud van mijn medicatietasje dat ik altijd met me meedroeg aanzienlijk gegroeid. Vrienden hebben zich daar vrolijk over gemaakt - ze gaan hun gang maar.
 Ik moet toegeven, er kleefde wel een groot bezwaar aan deze ietwat nonchalante houding ten aanzien van de pillen: zelfs zo’n robuuste gebruiker als ik bleek zichzelf langzaamaan te kunnen vergiftigen. Eind 2019 werd ik plotseling overvallen door allerlei allergische reacties. Toen ik vervolgens rigoureus gesnoeid had in mijn medicijngebruik, ging dat langzamerhand vanzelf weer over.
 En nu was ik dus weer terug naar af: ik was weer een grootgebruiker geworden. Aanvankelijk ging dat zonder al te veel problemen, maar allengs begon het lichaam weer te protesteren. Een uur na de vochtafdrijver (zeg maar: plaspil) ontstond een onbedaarlijke aandrang die me de volgende vier à vijf uren permanent richting toilet dreef, soms wel vier keer per uur.
Ook had ik ochtendmisselijkheid, die me een uurtje na het slikken van de cocktail overviel. Het rituele spuwen van wat gal in de ochtend rondde die misselijkheid meestal wel af, en zo erg was het niet, maar toch… ik kon zonder.
 Ook de rest van de dag had ik weinig of geen eetlust en ik werd lichter en lichter, maar op zo’n manier dat ik er geen lol meer in had. Ik overlegde met de cardioloog die me toestemming gaf om met de plaspil te stoppen. ‘Maar let wel op of je kortademig wordt, of dikke enkels krijgt.’ Dat zijn allemaal dingen die ik tot nu toe uitsluitend met mijn vader en zijn generatie associeerde: met oude mannen. Na het stoppen met die Furosemide hield ook de misselijkheid op en herkreeg ik mijn eetlust een beetje. Ik werd zwaarder en zwaarder.
Geen diepe inzichten dus na de operatie. Geen herwonnen kosmisch bewustzijn of diepgravend gevoel van waardering voor het leven. Geen nieuwe mens ook, die atletisch en met de borst vooruit door Haarlem Noord huppelde. Wel een oudere man, langzaam en prozaïsch herstellend, half vergiftigd door alles wat Sandoz hem maar in de muil kon werpen.
 Pas vijf weken na de operatie en na een drastisch snoei in de medicatie kan ik nu met de hand op het hart verklaren dat ik me wellicht wat beter voel dan ervoor. Ondertussen motregent het buiten, de wijk is grauw en somber. De bomen knoppen, maar het lijkt wel of ze later zijn dan vorig jaar. Opschieten nu! Er ligt een hele stapel ontspanningsboeken voor in de tuin klaar. Het is al bijna mei.

Illustratie: Pietro Longhi - Il farmacista (1752)