maandag 3 maart 2025

Bedlezerig deel 3

Van de nieuwe lichting Britse schrijvers van in Italië spelende thrillers moet ik noemen de Welshman Philip Gwynne Jones, op wie Rookzanger me ooit attent maakte. Zijn protagonist Nathan Sutherland is een blijmoedige Britse honorair consul in Venetië die misdaden oplost met de hulp van onder andere zijn communistische vrienden. Als altijd komen ook hier de recente schaamtevolle jaren van de Italiaanse geschiedenis weer volop aan bod. Jones’ wereld is echter luchtig, laconiek en idiosyncratisch (zijn hoofdpersoon houdt, net als zijn schepper, van het aperitief Spritz en van de vreemde rockmuziek van Jethro Tull, Pink Floyd en Hawkwind). Zijn schrijfstijl is niet altijd helemaal evenwichtig en soms zou een strengere redactie wel wat geholpen hebben. Toch heeft hij me al in zeven deeltjes plezierig beziggehouden. Hij is een goedige, gezellige man die in zijn boeken nooit de volumeknop al te hoog zet. In dat opzicht doet hij me nog het meest denken aan Iain Pears. Het is jammer dat er sedert het opstarten van deze reeks in de Verenigde Staten een nogal onplezierig individu met de zelfde naam Nathan Sutherland enige naamsbekendheid heeft verworven.

Iemand die welhaast weer een navolger van Philip Jones lijkt te zijn is Tom Benjamin, wiens Daniel Leicester sedert kort als privédetective in Bologna actief is. De bijnaam van Bologna is La Rossa, niet alleen zo genoemd vanwege de kleur van haar daken, maar ook vanwege haar traditionele politieke klimaat. Dus ook de jong middelbare weduwnaar Leicester trekt veel op met communisten en anarchisten in een soortgelijke plezierige stijl als die van Philip Jones, zij het wat minder licht en humoristisch. En ook hij zou nu en dan een kleine extra redactieronde hebben kunnen gebruiken.

Van de Britse schrijvers vind ik David Hewson’s boeken verreweg de beste. In een superieure stijl beschrijven ze de avonturen van de vegetarische en melancholieke politieagent Nic Costa, gestationeerd in Rome, zoon van een ouderwetse communist, jong weduwnaar geworden door een schietpartij, gefascineerd door de werken van Caravaggio, en zo jong als hij is al wijs, gelaagd en gelouterd. Voorlopig is hij van alle hoofdpersonages die in deze stukjes de revue hebben gepasseerd het meest volledige.
Hewsons enige misstap in de reeks tot nog toe was het teleurstellende City of Fear, een nagenoeg plotloze emulatie van het ledige verschijnsel Dan Brown, compleet met de bekende, teleurstellende plotwending aan het eind dat de bad guys in werkelijkheid de good guys bleken te zijn en omgekeerd. Ik blijf positief: ik heb voor komende vakantiereisjes gelukkig nog deeltjes 9 en 10 in de reeks klaarliggen. Die móeten beter zijn. Hewson is, samen met de Siciliaan Andrea Camilleri, mijn favoriet.

Conor Fitzgerald, door critici wel eens de natuurlijke opvolger van Michael Dibdin genoemd (waar ik het niet mee eens ben: ik zou hem een opvolger van Dashiell Hammett of Ross Macdonald noemen…), schrijft over Commissario Alec Blume, een geboren Amerikaan uit Seattle die ook in Rome opereert. Zijn boeken zijn van alle hier genoemde het minst… hoe zal ik het zeggen… Italiaans. Akkoord, ze spelen in Italië, de handelende personen zijn (op de commissaris na) Italianen, de motieven en geschiedenissen achter de personages zijn Italiaans, de moord op Aldo Moro, een corrupte carabinieri-officier, alle Italiaanse clichés komen langs, maar toch, maar toch. Mutatis mutandis zou deze reeks ook in Parijs, Berlijn of Washington kunnen spelen. Het zijn goede boeken, daar niet van. Ze ontvouwen zich in een rustig tempo, zonder ook maar een moment te vervelen. Ze zijn heel goed geschreven in een heldere en krachtige stijl en ik lees ze met veel plezier, maar echt diep Italiaans, neen, zo voelen ze niet aan.
Het zijn typische “procedurele” policiers: van begin tot eind volgen we heel precies hoe een misdaad door de politie aangepakt en opgelost wordt. Actie wordt tot een minimum beperkt en de juridische en competitieve kant van misdaadbestrijding komen uitgebreid aan bod: welk bewijsmateriaal mag wel, welk juist niet gebruikt worden? Wiens jurisdictie ligt waar? Klassiek is dat de held door zijn eigen superieuren tegengewerkt wordt en dat er allerlei lijntjes lopen tussen politie, politiek en geboefte die er niet zouden mogen zijn. Maar de mafiabaas Innocente uit The Dogs of Rome zou net zo goed een Californische mafiabaas kunnen zijn, en Colonel Farinelli uit The Fatal Touch een Britse machtsmisbruiker en bedrieger uit Tinker Tailer Soldier Spy. Ook mankeert er hier en daar wel iets aan de psychologie: in het tweede deel duiken Blume en zijn DI het bed in, iets dat wel min of meer half aangekondigd was, maar dat weinig of geen psychologische onderbouwing krijgt. Desondanks: een gritty aanrader.