A is de nacht die mijn hoofd ondermijnt
B is het licht van een zwoegende wekker
C is de maan die als een dief in de nacht mijn hol binnen drijft
D is een graanontbijt – het leven is spijt, ongenoegen
E wit (en waarom zouden alleen dichters dat weten?)
G is de schreeuw. Niets anders. De schreeuw
F weigert mee te doen, de maan heeft de horizon verlaten
H is een diepe, gevaarlijke haat jegens de dag
I is een iris, geplant in de tuin
J is het vloeken van iedereen met mij
K is een vogel die praat als de mensen
L is de dood, natuurlijk
M is het middagmaal, vet, zout en warm
N is de flora en fauna voorbij
O mag me pakken, in liefde omvatten
P is puur associatief, betekenisloos
Q wordt geschonken, rond vieren, uit glas
R is nog hoop dat de avond voldoet
S klopt niet. Heeft nooit geklopt ook
T dat is Turfman, de denker die leek
U is de synesthesie die de letters doet kleuren
V sluit de dag af en is een lichtknop in ruste
W is definitief en voorgoed alle liefde en lijden
X is de rekening: € 256 inclusief BTW
Y is angst
Z zegt: laat los, morgen is er weer een dag. Bereid je voor. Wapen je
Geen opmerkingen:
Een reactie posten