dinsdag 13 september 2022

Droog

de binnenplaats
de binnenplaats
Onder Hannover ging plotseling mijn hart tekeer als vanouds. Ik wist meteen: dit gaat een droog reisje worden, want hartritmestoornissen en alcohol verdragen elkaar bar slecht. 

In mijn ervaring is het vervelendste van niet drinken niet zozeer hoe ik er zelf mee om weet te gaan: ik drink überhaupt nog maar amper. Hoewel ik een gulzig mens ben, heb ik nooit veel talent gehad voor verslaving. In 2000, toen ik mijn vriendin en kind verlaten moest, hield ik plotseling op met roken. Het was een doordeweekse dag in augustus, er was geen directe aanleiding geweest. ‘Ik ben niet gestopt met roken’, placht ik kwink te slaan, ‘roken is met mij gestopt.’ Nee, het grote probleem zit hem in hoe de buitenwereld het geval aan tracht te pakken. Zozeer is de drank een vast onderdeel van iedere denkbare culinaire en sociale rite, dat je merkt hoe weinig men in het algemeen zijn gedachten laat gaan over de alternatieven. De blauwe, alcoholvrije welkomstcocktail bijvoorbeeld in ons hotel deed me nog het meest denken aan desinfecterend mondwater. Alleen de ijsblokjes waren lekker en in het benauwde weer zeer welkom, laat ik het daarbij houden.

Het middeleeuwse bouwwerk waar we verbleven wordt weliswaar statig een Wasserschloß genoemd, maar net als ik stond het bouwwerk geheel droog. De slotgracht was veranderd in een plantsoen en van muggen was dan ook niets te bekennen. We keken uit over een weelderig bos van slechts enkele hectaren groot, een oase met struisvogelfarm middenin eindeloze, glooiende beige akkers waar de oogst juist binnengehaald was. Verderop maalden de windturbines.

De Burg Westerburg vindt men aan de Straße der Romanik in Sachsen-Anhalt, en geldt als de oudste waterburcht van Duitsland. Er is een grote kans op verwarring, want er bestaat ook een Schloß Westenburg in het Westerwald (Nordrhein-Westfalen), waar op heden onder andere een tandartsenpraktijk gevestigd is.

Karel de Grote liet in het vierde kwart van 8e eeuw de Burg als militaire buitenpost optrekken met twee slotgrachten: één met een diameter van ongeveer 300, de binnenste met een diameter van ongeveer 70 meter, die later de feitelijke gebouwen van het complex zou gaan omsingelen. Toen wij er verbleven waren beide grachten, zoals gezegd, nagenoeg droog.

de Bergfried
Het oudste deel van het slot is een versterkte toren, een donjon, in het Duits Bergfried genaamd, uit 970, geheel overwoekerd door in de herfst fel rood kleurende klimop. In de vele eeuwen die op de bouw van de toren volgden werd er van alles aangebouwd, ogenschijnlijk zonder zichtbaar plan, totdat een grote, arenavormige, ommuurde en dubbel omwaterde binnenplaats ontstaan was.

In de woelige Duitse geschiedenis is er natuurlijk van alles gebeurd met dit bouwwerk, himmelhoch jauchzend bis zum Tode betrübt. In de DDR-tijd diende het complex als een verzamelplaats van allerlei instellingen: van dierenstallen tot een kinderartspraktijk. Na de eenwording werd de gedeeltelijke ruïne aangekocht en grootscheeps omgebouwd tot het huidige spa-hotel, opdat wij ons vanuit Haarlem als enige Niederländer daar achter de metersdikke muren konden gaan verschansen, samen met wat kleine huismuisjes.

Het gebouw was volgepropt met spiegels, harnassen, glas-in-lood, commodes en banken, eerder oud dan antiek. De talloze muren waren volgehangen met wapens, gravures en geweien. De keuken was fantasieloos, beperkt en onsubtiel. De wijn, zo verzekerde mij de niet-droge metgezellin, was uitstekend.

volgepropt
Er was in het hotel een gezelschap van dertig personen uit Braunschweig neergestreken dat op hei-sessie was, met een zelfingenomen baas die rondliep en tijdens de gemeenschappelijke avondmaaltijd zijn ondergeschikten dwong de diverse activiteiten van die dag leuk te hebben gevonden: boogschieten, puzzeltocht, escape room. De volgende dag was het hele stel naar een van de vergaderzalen gesommeerd voor quality time met laptops en flipboard. Terwijl Dieter en Helga en Rudiger collectief aan het uitvogelen waren hoe zij hun waarde voor de zaak konden vergroten dompelden wij ons onder in het surrealistische zwembad dat het hotel ook te bieden had, met jacuzzi en Gegenstrom en dat we geheel voor onszelf hadden. Dat was een vreemde ontsnapping uit de wat kunstmatige 19e-eeuwse sfeer die elders in stand gehouden werd, maar niet onwelkom want het was een drukkend warme Altweibersommer en we werden snel moe van het bezoeken van romantische stadjes in de omgeving.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten