de binnenplaats |
In mijn ervaring is het vervelendste van niet drinken niet zozeer hoe ik er zelf mee om weet te gaan: ik drink überhaupt nog maar amper. Hoewel ik een gulzig mens ben, heb ik nooit veel talent gehad voor verslaving. In 2000, toen ik mijn vriendin en kind verlaten moest, hield ik plotseling op met roken. Het was een doordeweekse dag in augustus, er was geen directe aanleiding geweest. ‘Ik ben niet gestopt met roken’, placht ik kwink te slaan, ‘roken is met mij gestopt.’ Nee, het grote probleem zit hem in hoe de buitenwereld het geval aan tracht te pakken. Zozeer is de drank een vast onderdeel van iedere denkbare culinaire en sociale rite, dat je merkt hoe weinig men in het algemeen zijn gedachten laat gaan over de alternatieven. De blauwe, alcoholvrije welkomstcocktail bijvoorbeeld in ons hotel deed me nog het meest denken aan desinfecterend mondwater. Alleen de ijsblokjes waren lekker en in het benauwde weer zeer welkom, laat ik het daarbij houden.
Het middeleeuwse bouwwerk waar we verbleven wordt weliswaar statig een Wasserschloß genoemd, maar net als ik stond het bouwwerk geheel droog. De slotgracht was veranderd in een plantsoen en van muggen was dan ook niets te bekennen. We keken uit over een weelderig bos van slechts enkele hectaren groot, een oase met struisvogelfarm middenin eindeloze, glooiende beige akkers waar de oogst juist binnengehaald was. Verderop maalden de windturbines.
De Burg Westerburg vindt men aan de Straße der Romanik in Sachsen-Anhalt, en geldt als de oudste waterburcht van Duitsland. Er is een grote kans op verwarring, want er bestaat ook een Schloß Westenburg in het Westerwald (Nordrhein-Westfalen), waar op heden onder andere een tandartsenpraktijk gevestigd is.
Karel de Grote liet in het vierde kwart van 8e eeuw de Burg als militaire buitenpost optrekken met twee slotgrachten: één met een diameter van ongeveer 300, de binnenste met een diameter van ongeveer 70 meter, die later de feitelijke gebouwen van het complex zou gaan omsingelen. Toen wij er verbleven waren beide grachten, zoals gezegd, nagenoeg droog.
de Bergfried |
In de woelige Duitse geschiedenis is er natuurlijk van alles gebeurd met dit bouwwerk, himmelhoch jauchzend bis zum Tode betrübt. In de DDR-tijd diende het complex als een verzamelplaats van allerlei instellingen: van dierenstallen tot een kinderartspraktijk. Na de eenwording werd de gedeeltelijke ruïne aangekocht en grootscheeps omgebouwd tot het huidige spa-hotel, opdat wij ons vanuit Haarlem als enige Niederländer daar achter de metersdikke muren konden gaan verschansen, samen met wat kleine huismuisjes.
Het gebouw was volgepropt met spiegels, harnassen, glas-in-lood, commodes en banken, eerder oud dan antiek. De talloze muren waren volgehangen met wapens, gravures en geweien. De keuken was fantasieloos, beperkt en onsubtiel. De wijn, zo verzekerde mij de niet-droge metgezellin, was uitstekend.
volgepropt |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten