Onlangs
ontving ik van mijn beste vriend Jan-Paul van Spaendonck een prachtcadeau: een
bibliofiele uitgave op folioformaat van Naar
buiten met die tong!, een reeks pornografische sonnetten van de
Renaissancistische schrijver Pietro Aretino, die hij samen met zijn vriend
Geerten Meijsing vertaald en bezorgd had. De rolverdeling was opvallend:
Meijsing herdichtte vrij en in wilde variaties om het oorspronkelijke werk heen
en Jan-Paul leverde per sonnet een zo precies mogelijke rijmende en metrische, filologisch
verantwoorde vertaling. Het boek is op deze manier als het ware drietalig
geworden: oorspronkelijk sonnet, Meijsings persoonlijke beleving en Jan-Pauls
mooie precisie. Mijns inziens zou de volgorde van de vertalingen omgekeerd logischer
zijn geweest, maar goed.
De
gedichten zelf hebben weinig om het lijf en ik heb de indruk dat Jan-Paul zich
een beetje schaamt, niet voor zijn vertaalprestatie maar voor de kwaliteit van
het oorspronkelijke werk. Al te veel subtiliteit kan men bij de, enigszins anaal
gefixeerde Italiaan niet verwachten en de meeste verzen draaien monomaan om de
Daad en de daartoe benodigde lichaamsdelen en -openingen.
Dat
pornografie zoveel meer kan zijn, weet ik al jaren. Nu heb ik het natuurlijk
niet over die eindeloze serie plaatjes die je op het internet kunt vinden van
telkens dezelfde juffrouwen met haar platinablonde haar, gladgeschoren,
chirurgisch “gecorrigeerde” schaamlippen en snoeiharde blik in hun zakelijke
ogen. Voor mij als letterkundig ingesteld mens is pornografie, of erotica, zoals ik het prefereer te
noemen, hoofdzakelijk een literair verschijnsel. Naast al die treurigstemmende
plaatjes en filmpjes, kun je op het internet ook vele sites vinden met
erotische verhaaltjes. In Nederland heb je bijvoorbeeld iets dat Eropodium heet. Veel groter is het
internationaal ingestelde Literotica
waar, naast tienduizenden Engelse, ook een groeiend aantal Nederlandstalige
verhalen te vinden is. De kwaliteit van het aangebodene op dergelijke sites is,
het laat zich raden, van zeer wisselend niveau. Het is lief hoe sommige
schrijvers, nog niet in staat om drie woorden in een grammaticaal correcte
volgorde te zetten, en al evenmin gezegend met de neiging het geschrevene voor
alle zekerheid in ieder geval nog één keer terug te lezen, niettemin hun
erotische fantasieën aan de cyberether toevertrouwen.
Maar
tussen alle kaf vind je wel degelijk het gouden graan van echte schrijvers, met
een volwassen fantasie en een goed ontwikkeld psychologisch inzicht.
Het is
me, na bestudering van bovengenoemde websites, wel duidelijk geworden dat, net
als in ieder andere letterkundige bezigheid, in erotica dramatische gradaties
van kwaliteit aan te brengen zijn. De verhalen kunnen bijzonder goed geschreven
zijn, of afgrondelijk slecht. De karakters kunnen geloofwaardig zijn, of
volkomen uit de lucht gegrepen. Het plotten kan goed gedaan zijn, of de
schrijver kan zich er met een Jantje van Leiden vanaf gemaakt hebben.
Het
belangrijkste in een erotisch verhaal is, naar mijn stellige overtuiging, niet
de beschrijving van de geslachtsdaad, maar van de situaties en omstandigheden
die tot erotische momenten leiden, de interactie tussen de gebeurtenis en de psychologie van de betrokkenen. Om die reden ben ik met name in chantage-erotica geïnteresseerd: een
genre waarbij aanvankelijke dwang bij het slachtoffer (vrouw of man, dat maakt
in wezen niet uit) langzaam overgaat in enthousiasme en de opwinding van het
loslaten. Dit thema interesseert me vooral omdat het bij de schrijver een
zekere psychologische diepte en empathie vereist.
Uit de
boekenkast van Oom Theo heb ik veertig jaar geleden het anonieme A Man With a Maid gejat. Deze Victoriaanse
roman kun je opvatten als een soort prototype van het hierboven geschetste plotmateriaal,
hoe uitermate onderontwikkeld de thematiek nog blijft, met het rudimentaire
psychisch perspectief uitsluitend bij de, uiteraard dominante, man.
Veel
interessanter lijkt het mij het om het psychisch perspectief in dit soort
verhalen bij het slachtoffer te plaatsen, zoals in de Franse klassieker L’histoire d’O van Pauline Réage. Deze
intelligente vrouw, zonder twijfel belezen in de werken van De Sade, deed met
haar verslag van de bondage- en SM-praktijken die haar aangedaan waren een golf
van controverses ontstaan. Veel van die controverse was natuurlijk primitief en
vooral gericht op het simpele feit dat het boek over “kinky” seks ging, maar
een wat intelligentere controverse ontspon zich over de vraag of de
hoofdpersoon, vastgebonden en vernederd, de haar aangedane wreedheden wel
prettig mocht vinden. En wat droeg een boek als dit bij tot de
vrouwenemancipatie? Dat de hoofdpersoon in werkelijkheid de leiding heeft in
dit SM-spel, ontging en ontgaat menigeen. Want dat is waar het om gaat: dat het
slachtoffer uiteindelijk de absolute leiding heeft over de seksuele ritus en
dat het uitsluitend met haar of zijn toestemming is dat de “vernederingen” plaats
vinden. Het slachtoffer heeft de macht. Een zeer interessante, psychologische
thematiek die, mits goed uitgewerkt, van simpele erotica een volwaardig
literair genre kan maken.
Ik kan
het in ieder geval niet: al enige tijd loop ik te broeden over een variant op
het hoofdthema, waarbij een knap meisje zich onvoorwaardelijk cadeau doet aan
een middelbare man en hem via haar absolute gehoorzaamheid tot haar willoze
slaaf maakt. Het psychologisch spel van de macht: veel te moeilijk en ambitieus
voor mij. Ik denk dat Literotica het de
komende jaren nog even zonder mijn fantasieën zal moeten doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten