Ik heb om mij heen: twee toiletten, een bank, een bed en een zitplaats in de trein van en naar Den Haag. Dat zijn vijf plekken waar men mij lezende kan aantreffen.
Van heel jongs af aan lees ik op verschillende vaste plekken ook verschillende soorten boeken tegelijk. Ik associeer boeken niet in eerste instantie met stemmingen, maar met plaatsen. Daardoor ga ik natuurlijk de plaatsen wel weer met stemmingen associëren, maar dat is een ander verhaal.
Hoe het komt dat ik er behoefte aan heb om op iedere plek een duidelijk van de andere onderscheiden boek te lezen, weet ik niet. Feit is dat ik het al veertig jaar zo doe.
Toilet één, de badkamer boven, is het makkelijkst. Daar brevier ik in een van de veertien deeltjes Jeeves en Wooster van P. G. Wodehouse, de nieuwe Random House uitgave die ik compleet in de kast heb staan. Taal geworden zonneschijn is dit, slechts schijnbaar kluchtig, want voorzien van een o zo scherp randje voor wie goed oplet. Een geleerde kennis van mij noemde dit oeuvre eens de hardste maatschappijkritiek ooit geschreven. Dat lijkt me ietwat overdreven, maar ik snap wel wat hij bedoelt. De heersende klasse van Engeland wordt in de boeken liefdevol omgebracht in al haar leegheid en futiliteit. Maar eigenlijk gaan deze boeken maar over één ding: de Engelse taal. Naast deze grootmeester van de geserreerde stijl is bijvoorbeeld Godfried Bomans iemand die slechts met een woest uit een boom gerukte tak op een vel papier kraste.
Dit vrolijk gekleurde blok paperbacks zal vermoedelijk mijn allerlaatste grote boekenaankoop zijn, nu ik de ebooks ontdekt heb. Daar kom ik later nog op terug.
Eveneens op de eerste verdieping bevindt zich de slaapkamer met een altijd van boekwerken uitpuilend nachtkastje. In bed lees ik meestal diverterende lectuur, omdat ik een begenadigd in-slaap-valler ben en meestal niet verder kom dan anderhalve pagina. Vaak lees ik er boekjes met schaakanekdotes, wetenschappelijke of historische curiosa, of iets autobiografisch van een humorist. Momenteel het laatste: Round Ireland with a Fridge, van de Engelse stand-up comic Tony Hawks. Ik ben een beetje een fan van de Engelse stand-ups en mijn harde schijf bevat vele uurtjes van hun expertise. Nu nog wachten op een gebroken been of een afvloeiingsregeling om dat allemaal te kunnen gaan bekijken! ("Bekijken", ja, want in mijn wereld blijven de werkwoorden “kijken” en “luisteren” toch echt, tot aan de jongste dag, onovergankelijk!)
Het toilet beneden is een plaats voor het snelle werk, dus daar past iets met een korte adem, een dichtbundeltje, een boekje met cursiefjes of een citatenboekje. In het verleden hebben daar op het aardewerk pilaartje bijvoorbeeld gebundelde radiopraatjes van Karel van het Reve gelegen, brieven aan jan en alleman van zijn homofiele broer en de botbreukdagboeken van August Willemsen. Tot voor kort heeft daar de eponieme bundel blogberichtjes van mijn goede vriend de Rookzanger gelezen. Ik heb het uit nu, dat boek, en wat te doen? Want dat probleem komt er dus bij: met vijf permanent gebruikte leesplaatsen heb ik dus ook vijf keer zo vaak het “boek-is-uit-wat-moet-ik-nu-vacuum”, dat het leven voor een ogenblik zo flets, leeg en zinloos maakt. Ja ja, de dwarse man haalt zich wel weer het een en ander op de hals. Als interim boekje lees ik daar momenteel iets meligs van Wim T. Schippers.
De zitbank in de huiskamer is er voor het zwaardere werk. Op het moment ben ik in gevecht met Umberto Eco’s recentste roman, De begraafplaats van Praag. Met zeer dubbele gevoelens, want ik vind het een naar boek. Maar daar schrijf ik later misschien nog iets gedetailleerder over.
En dan, ten slotte, is er de trein. In de trein schrijf ik niet alleen, ik lees er sinds een jaar ook "e". Op de iPad. Ondanks mijn aanvankelijke kniereflexreactie als verklaard conservatief, ben ik totaal om: met dit apparaat is het heerlijk lezen, en het aanbod is onvoorstelbaar. Zeker als je een beetje weet hoe je op het internet moet zoeken, hoeft het allemaal niet zo verschrikkelijk duur te zijn.
Het wonderbaarlijke is dat ik op mijn iPad eigenlijk alleen maar vreemde boeken kan lezen. Boeken van Douglas Adams, Jasper fforde, Terry Pratchett en Robert Rankin, in een genre dat door de laatste ooit far-fetched-fiction gedoopt is, een term die dat genre, ergens tussen science fiction, fantasy en ideeënroman ingeschouderd, perfect omschrijft.
Vooral Rankins Brentford-trilogy (momenteel negen delen!) is daar een mooi voorbeeld van: een Kinkerbuurt-achtige arbeiderswijk in Londen, met zijn doodgewone bewoners, blijkt keer op keer het epicentrum te zijn van onbegrijpelijke, duistere en apodictische gebeurtenissen. Satan keert terug op aarde (naast de gasfabriek van Brentford), of een buitenaards ras bereidt de overname van de aarde voor (in een tuinhuisje op de volkstuintjes van Brentford). En alle doodgewone mensen van Brentford lossen de problemen weer op: twee dronken nietsnutten met hun parttime barman, een sigarenboer die in zijn vrije tijd tijdmachines bouwt, een onderwereldreiziger die het binnenst van de Aarde heeft onderzocht en een gepensioneerde geleerde, van wie beweerd wordt dat hij en de legendarische Merlijn één en dezelfde persoon zijn. Hilarische boeken zijn het, die mijn dagelijkse forensenreis telkens weer te kort doen lijken.
Van heel jongs af aan lees ik op verschillende vaste plekken ook verschillende soorten boeken tegelijk. Ik associeer boeken niet in eerste instantie met stemmingen, maar met plaatsen. Daardoor ga ik natuurlijk de plaatsen wel weer met stemmingen associëren, maar dat is een ander verhaal.
Hoe het komt dat ik er behoefte aan heb om op iedere plek een duidelijk van de andere onderscheiden boek te lezen, weet ik niet. Feit is dat ik het al veertig jaar zo doe.
Toilet één, de badkamer boven, is het makkelijkst. Daar brevier ik in een van de veertien deeltjes Jeeves en Wooster van P. G. Wodehouse, de nieuwe Random House uitgave die ik compleet in de kast heb staan. Taal geworden zonneschijn is dit, slechts schijnbaar kluchtig, want voorzien van een o zo scherp randje voor wie goed oplet. Een geleerde kennis van mij noemde dit oeuvre eens de hardste maatschappijkritiek ooit geschreven. Dat lijkt me ietwat overdreven, maar ik snap wel wat hij bedoelt. De heersende klasse van Engeland wordt in de boeken liefdevol omgebracht in al haar leegheid en futiliteit. Maar eigenlijk gaan deze boeken maar over één ding: de Engelse taal. Naast deze grootmeester van de geserreerde stijl is bijvoorbeeld Godfried Bomans iemand die slechts met een woest uit een boom gerukte tak op een vel papier kraste.
Dit vrolijk gekleurde blok paperbacks zal vermoedelijk mijn allerlaatste grote boekenaankoop zijn, nu ik de ebooks ontdekt heb. Daar kom ik later nog op terug.
Eveneens op de eerste verdieping bevindt zich de slaapkamer met een altijd van boekwerken uitpuilend nachtkastje. In bed lees ik meestal diverterende lectuur, omdat ik een begenadigd in-slaap-valler ben en meestal niet verder kom dan anderhalve pagina. Vaak lees ik er boekjes met schaakanekdotes, wetenschappelijke of historische curiosa, of iets autobiografisch van een humorist. Momenteel het laatste: Round Ireland with a Fridge, van de Engelse stand-up comic Tony Hawks. Ik ben een beetje een fan van de Engelse stand-ups en mijn harde schijf bevat vele uurtjes van hun expertise. Nu nog wachten op een gebroken been of een afvloeiingsregeling om dat allemaal te kunnen gaan bekijken! ("Bekijken", ja, want in mijn wereld blijven de werkwoorden “kijken” en “luisteren” toch echt, tot aan de jongste dag, onovergankelijk!)
Het toilet beneden is een plaats voor het snelle werk, dus daar past iets met een korte adem, een dichtbundeltje, een boekje met cursiefjes of een citatenboekje. In het verleden hebben daar op het aardewerk pilaartje bijvoorbeeld gebundelde radiopraatjes van Karel van het Reve gelegen, brieven aan jan en alleman van zijn homofiele broer en de botbreukdagboeken van August Willemsen. Tot voor kort heeft daar de eponieme bundel blogberichtjes van mijn goede vriend de Rookzanger gelezen. Ik heb het uit nu, dat boek, en wat te doen? Want dat probleem komt er dus bij: met vijf permanent gebruikte leesplaatsen heb ik dus ook vijf keer zo vaak het “boek-is-uit-wat-moet-ik-nu-vacuum”, dat het leven voor een ogenblik zo flets, leeg en zinloos maakt. Ja ja, de dwarse man haalt zich wel weer het een en ander op de hals. Als interim boekje lees ik daar momenteel iets meligs van Wim T. Schippers.
De zitbank in de huiskamer is er voor het zwaardere werk. Op het moment ben ik in gevecht met Umberto Eco’s recentste roman, De begraafplaats van Praag. Met zeer dubbele gevoelens, want ik vind het een naar boek. Maar daar schrijf ik later misschien nog iets gedetailleerder over.
En dan, ten slotte, is er de trein. In de trein schrijf ik niet alleen, ik lees er sinds een jaar ook "e". Op de iPad. Ondanks mijn aanvankelijke kniereflexreactie als verklaard conservatief, ben ik totaal om: met dit apparaat is het heerlijk lezen, en het aanbod is onvoorstelbaar. Zeker als je een beetje weet hoe je op het internet moet zoeken, hoeft het allemaal niet zo verschrikkelijk duur te zijn.
Het wonderbaarlijke is dat ik op mijn iPad eigenlijk alleen maar vreemde boeken kan lezen. Boeken van Douglas Adams, Jasper fforde, Terry Pratchett en Robert Rankin, in een genre dat door de laatste ooit far-fetched-fiction gedoopt is, een term die dat genre, ergens tussen science fiction, fantasy en ideeënroman ingeschouderd, perfect omschrijft.
Vooral Rankins Brentford-trilogy (momenteel negen delen!) is daar een mooi voorbeeld van: een Kinkerbuurt-achtige arbeiderswijk in Londen, met zijn doodgewone bewoners, blijkt keer op keer het epicentrum te zijn van onbegrijpelijke, duistere en apodictische gebeurtenissen. Satan keert terug op aarde (naast de gasfabriek van Brentford), of een buitenaards ras bereidt de overname van de aarde voor (in een tuinhuisje op de volkstuintjes van Brentford). En alle doodgewone mensen van Brentford lossen de problemen weer op: twee dronken nietsnutten met hun parttime barman, een sigarenboer die in zijn vrije tijd tijdmachines bouwt, een onderwereldreiziger die het binnenst van de Aarde heeft onderzocht en een gepensioneerde geleerde, van wie beweerd wordt dat hij en de legendarische Merlijn één en dezelfde persoon zijn. Hilarische boeken zijn het, die mijn dagelijkse forensenreis telkens weer te kort doen lijken.
Robert Rankin |
Die Brentford-reeks (een trilogy in negen delen?) moet ik eens proberen, geloof ik.
BeantwoordenVerwijderenIk ben niet zo van die half-SF, half-Fantasy lectuur, eerlijk gezegd. In Adams meesterwerk (The Hitchhikers..usw.) kon ik niet op gang komen. En Terry Pratchett lijkt onderdeel van de identiteit van IT-ers, die buiten Pratchett eigenlijk nergens anders mee bezig zijn dan met IT.
Je beschrijving van de Brentford Trilogy doet me echter denken aan een Britse humoristische TV-serie, waarvan ik de naam vergeten ben. Speelde in een dorp ergens in het noorden, geloof ik. Daar vonden ook allerlei onverklaarbare gebeurtenissen plaats en op de één of andere manier was het meer dan bijvoorbeeld de relatief platte humor van 'Little Britain'. Er zijn een paar afleveringen uitgezonden op de Nederlandse televisie, als ik me niet vergis. Kennelijk sloeg het niet aan. Nederland begreep het weer eens niet, waarschijnlijk.
Hoe dan ook; bedankt voor de tip!
Mogelijk bedoel je The League of Gentlemen? Een van de leden van die groep, Mark Gatiss, heeft afleveringen van Doctor Who geschreven, en ook drie romans over zekere Lucifer Box, die ik alle drie in de trein gelezen heb, in het pre-iPad tijdperk. Die drie boeken vallen ook wel in de categorie far-fetched-fiction.
BeantwoordenVerwijderenThe League of Gentlemen it is!
BeantwoordenVerwijderen"Is it local?" is een catchfrase die ik nooit ben vergeten. Het kon niet missen of op YouTube is er het één en ander van terug te vinden, maar dan moet je wèl de naam van de serie kunnen reproduceren..
Die Brentford Trilogy is overigens hard to come by. Op Amazon.co.uk is het overgrote deel van de negen delen slechts te koop voor klanten uit het Verenigd Koninkrijk. Wat zit hier nu weer achter?
"Is it local?" Wat u zegt!
Bol.com heeft wel veel. Ik zou wel voorzichtig zijn, want hij is beslist niet voor iedereen! Zijn humor kan zeer irritant zijn, als je er niet voor in de stemming bent.
BeantwoordenVerwijderenTrouwens, van Douglas Adams zou ik in eerste instantie Dirk Gently's Holistic Detective Agency aan willen raden. En als je na het tweede deel van de Hitch Hiker's Guide to the Galaxy af zou haken, is dat zo erg niet, want Adams leed verschrikkelijk aan writer's block en dat kun je hier en daar ook in de tekst wel merken.