De middenfase van mijn middelbare schoolopleiding was een beetje warrig. Na een jaar doubleren kwam ik in een groep terecht met telkens wisselende bezettingen. Klas kon je het eigenlijk niet noemen, voor het ene vak zat ik met totaal andere mensen in het lokaal dan voor een ander. We volgden onze lessen in het hoofdgebouw, en soms in het houten noodgebouw. Docenten kwamen en gingen, sommigen weggepest, andere op weg om professor te worden en een gouden toekomst tegemoet te gaan. Vrienden verhuisden naar de provincie. Het was 1973, en alle beelden zijn vervaagd door de zoetgeurende rook van soft drugs en de zoete klap in je bek van goedkope Italiaanse dessertwijn.
De leraar aardrijkskunde werd later een heel beroemd criminoloog, een meisje dat met Duits aan de andere kant van het lokaal zat is nu een zeer geprezen, kritische presentatrice van actualiteitenprogramma’s. Een witharige jongen vol branie was net begonnen met zijn experimenten met heroïne. Hij is nu allang dood.
Een van de jongens die zo voorbij fladderden, was Paul. Een grote, sterke vent van zeventien (net iets ouder dan wij), die op een gegeven moment, toen het gesprek over onze muzikale smaak ging, vertelde dat hij zelf muziek maakte. Hij drumde.
‘Oh ja? Waar dan?’ Vroeg ik sceptisch. Ik had hem in het circuit nog nooit zien optreden.
Achteloos antwoordde hij: ‘Bij Group 1850. Kejjedie?’
Tjezus!
Natuurlijk kenden we Group 1850, één van de beste Nederlandse undergroundbands. Hoewel onder kenners hun eersteling getiteld Agemo’s Trip to Mother Earth de grote favoriet was, hield ik veel meer van de bij V&D uitgebrachte tweede LP: Paradise Now, met de legendarische jazz-drummer Martin van Duinhoven in de gelederen.
Ik bezag mijn klasgenoot met nieuwe ogen. Ik behoorde tot een vriendengroepje dat zichzelf nogal stoer vond, maar deze nonchalante jongen had met twee zinnen een volstrekt ander niveau van “cool” laten zien.
Eerlijk gezegd raakte hij daarna vrij snel weer uit beeld en pas vandaag, nu ik de voortreffelijke jazzrock-plaat Group 1850: Live on Tour uit 1976 draai, realiseer ik me ineens dat ik naar het drumwerk van een oud-klasgenoot zit te luisteren. Een snelle check van het hoesje bevestigt dat vermoeden: Drums: Paul van Wageningen.
Hoe zou het hem verder vergaan zijn? Ik heb nooit meer iets van hem gehoord, dus die drumcarrière zal wel een vroege dood gestorven zijn. Het was met Group 1850 immers ook snel afgelopen na 1976.
Tijd om wat te gaan googelen.
Dat leverde een enorme schok op. Niets van mijn voorstellingen bleek te kloppen. Het allereerste dat ik zag was een artikel: “Bay Area jazz drummer Paul van Wageningen, a familiar staple of Latin jazz combos has been diagnosed with brain cancer”. En, onvermijdelijk, even verder “Bay Area jazz drummer Paul van Wageningen dies”. Dat was 9 november 2012.
Een beetje doorlezen onthulde dat Paul in 1976 na zijn conservatorium naar de VS gegaan is om zich daar bij de jazz-scene te voegen. Zijn immense discografie is een complete who-is-who van de jazz-wereld van de Amerikaanse Westcoast. Hij blijkt prijzen te hebben gewonnen, soundtracks van films te hebben ingedrumd, en zelfs staat hij op de credits van computerspelletjes als Sim City en Grim Fandango. Paul blijkt dik en dubbeldik carrière te hebben gemaakt, en thuis in Amsterdam wisten we van helemaal niets!
Maar ik heb wel mooi bij hem in de klas gezeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten