Verwaten hop dekt alle
buitengrenzen,
beheerst het bollend veld, pedant
zijn kuif
omhooggestoken als een woeste
held.
Een houtduif grinnikt zachtjes met
ons mee.
Nadat met hese stem hij heeft
geroepen
(een klaagzang als een sonar) is
hij weg
(hij leidt zijn troepen grillig
heen en weer).
Duikt achter ons weer op, onder
een heg.
Hij draagt met trots zijn wildgestreepte wambuis
en knikt zijn militaire vederbos:
nerveus maar op zijn hoede. Veldheer,
deze?
Welnee, gemeen soldaat slechts,
drukke wachter
die rond ons huis hopt en zijn
vederlichte,
kwansuis Praetoriaanse, garde zoekt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten