Het door
Rem Koolhaas ontworpen gebouw De Rotterdam is, hoe je het ook wendt of keert,
een indrukwekkende verschijning in de toch al zeer assertieve nieuwste architectuur
van Rotterdam. We hadden al eens in een hotelletje gelogeerd aan de overkant
van de Maas en beschouwden toen het in aanbouw zijnde monster met een mengeling van
fascinatie en afgrijzen. Gewoontegetrouw maakte ik me vreselijk zorgen over
de menselijke maat maar uiteindelijk haalde ik de schouders op: de stad zou er
vast wel heel blij mee zijn.
Een paar maanden geleden ontdekte
ik dat er in het gebouw een hotel gevestigd was: NHow, een soort subafdeling
van de grote, Spaanse keten NH. Omdat er twee tentoonstellingen in Rotterdam
aan zaten te komen, moesten we daar maar gaan boeken, al was het maar om de
Koolhaas-visie eens aan der lijve te ondergaan.
Wat had ik gehoopt daar op de 23e
verdieping aan te treffen en wat had ik verwacht? Gehoopt had ik dat de Grote
Kunstenaar bij het ontwerpen van het interieur een beetje rekening zou houden
met de functie van de kamers. Dat er dus naast een zeer aanwezige artistieke visie, ook de gewone burgerlijke zaken
aan te treffen waren die je nu eenmaal nodig hebt in een hotelkamer. Wat had ik
verwacht? Laat ik zeggen: mijn verwachtingen kwamen uit. Er waren geen haakjes
voor jassen noch een stoel om je goed over te hangen, stel je voor! De wandkast
had de stang niet in de breedte maar in de diepte, zodat je geen enkel
overzicht had van wat er allemaal hing. In de badkamer ontbraken haken of stangen
om je handdoeken op te hangen of plankjes om je zeepjes neer te leggen. Dat was zelfs het hotel te ver gegaan en er was
iets geïmproviseerd met klevende dingen van plastic, die niet bleven zitten (en
de harmonie van het ontwerp naar de vaantjes hielpen). Er
stonden geen nachtkastjes, maar een paar grote, loze perspex kubussen met dus
alleen maar een bovenkant. Alles aan burgertruttencomfort was opgeofferd voor die
dekselse visie van Koolhaas. De televisie – niet het eerste waar ik naar zoek in
een hotelkamer trouwens – was kunstig in een spiegel weggewerkt en ook de
afscheiding tussen slaap- en badkamer was een visueel feest. Maar na een
kwartier genieten van hoe het eruitziet, wil je toch wel ter zake komen. En
wegens het geraffineerde spiegelspel was televisiekijken trouwens nog helemaal niet eenvoudig!
Het uitzicht was natuurlijk
indrukwekkend. Vanaf onze verdieping, de hoogste die het hotel te bieden had,
maar nochtans slechts op de helft van het 150 meter hoge gebouw gelegen, kon je in het noordoosten Gouda zien liggen. Het Noordereiland lag aan onze voeten en
het verkeer op de Erasmusbrug voerde een stil ballet op, geregisseerd door de
verkeerslichten.
De positionering van het hotel is
heel gunstig te noemen. In twintig minuten wandel je over de Erasmusbrug naar de
Blaak, met zijn Koopgoot en zijn Markthal. Via een loopbruggetje bereik je aan
de andere kant het eiland Katendrecht, voorheen de hoerenbuurt, maar tegenwoordig een hip
industrieel yuppenproject met alternatieve restaurant/galerietjes en een uitbundige
voedselhal.
Het ontbijtbuffet was chaotisch ingericht
maar rijk, met onbeperkte voorraden gerookte zalm, helaas iets belegen
mozarella, licht amber tintelende glazen cava of bloedrode bloody Mary’s voor
de stoere levensgenieter, alsmede een meester eierbakker die perfecte omeletten
fabriceerde met alle ingrediënten die je maar begeerde. Het gezelschap in de
zaal was gemêleerd. Wielrenners in vale zweetpakjes en met geschoren benen, sportschoolaziaten
met draken-sleeves getatoeëerd, lelijke bejaarden met een bult, alsmede poenerige
pooiers met hun rondborstige trofee-dames. Naast ons zaten twee kolossaal grote
leden van de bluesband Mississippi Heat
die er, afgeschminkt na een late gig gisteren en nu met hun verweerde koffers
gereed voor de terugtocht naar Chicago, vooral moe, oud en verloren uitzagen. Een stuk dikker ook dan op de persfoto. Ik denk dat ze met hun tweeën een kilo of 325 wogen. Schoenmaat 51, dat werk.
Ik vond het een interessante
ervaring en zal met plezier terugdenken aan het NHow, maar ondertussen popel ik
niet om er heel spoedig weer terug te keren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten