Uiteraard
houd ik niet van ambiant, techno en andere elektronische muziek.
Tot nu toe voegde ik daar meestal verontwaardigd aan toe: ik houd immers van
muziek! Toch zit er meer aan vast. Het heeft in mijn geval te maken met
figuratief/non-figuratief.
Na een
halve eeuw lang voortbrengselen van medemensen tot me genomen te hebben, ben ik
nu bereid om te verklaren dat het niet aan die bepaalde “muziek”-soort ligt,
maar volledig aan mijzelf. Ik mis namelijk iets, ik heb een gebrek. Ik begrijp
abstracte kunst niet. Ik moet het hebben van figuratieve kunst. Ik wil zelfs
verder gaan: ik begrijp abstracties niet. Op de middelbare school was het iedereen
al opgevallen dat ik voor natuurkunde een 8, voor wiskunde een 3 haalde. Het
rekenen bij natuurkunde diende een concreet doel (valsnelheid, smeltpunt, weet
ik het), en het rekenen bij wiskunde diende geen enkel doel, slechts zichzelf. Het
uitgangspunt was eenvoudigweg te abstract voor mij, weet ik nu.
Ik heb
ook altijd problemen gehad met rechte lijnen.
De rechte lijn |
In de
natuur is er maar één rechte lijn te vinden, en dat is de horizon. Voor de apen
die we zijn, staat horizon voor afstand, alleenheid, onbeschermdheid. De
kronkelende fractals van een bos staan voor dichtbijheid, beschutting en
veiligheid. Abstracties ontberen wat mij betreft de herkenbare, menselijke maat,
die figuratieve en kronkelige zaken wel hebben. Een gebouw dat recht is als de
horizon is een horizon. Een kubistisch
schilderij is voor mij als een verzameling horizonten. Niet slechts inhoudloos,
maar zelfs lichtelijk dreigend.
Mijn
onvermogen om abstracties te appreciëren gaat heel ver. Ik begrijp, zoals
gezegd, helemaal niets van welke elektronische dansmuziek dan ook. Ik ben niet
ritmisch en heb van mijn leven nog nooit een danspas uitgevoerd, dus beluister
ik muziek altijd op eigen merites. Het feit dat het je hypnotiseert als je met
z’n tienduizenden bent en het lawaai oorverdovend is, laat ik bij mijn
appreciatie buiten beschouwing. En dan hoor ik als resultaat een muziek die
uitsluitend uit een paar rechte lijnen bestaat. En nog wel lijnen die met een
dikke witkwast neergezet zijn. De subtiliteiten zijn geheel overgeschilderd. Evenmin
en op dezelfde wijze begrijp ik de musique
concrète of de poésie concrète
van voorbije decennia op fundamenteel niveau.
Maar ook
simpelweg abstracte, of “moeilijke” poëzie vermag me weinig te zeggen. Ik zie
heus nog wel dat een bepaald woord in een context dubbelzinnig wordt, etc. – ik
tracht zelf poëzie te schrijven, een aantal van dergelijke trucs ken ik wel. Ik
heb mijn blok Moderne poëzie tijdens
mijn studie aan de UvA aan Leo Vroman gewijd. Moeilijk, maar goed te doen. Een
gedicht dat echter niet “ergens over gaat”, dat dus niet, uiteindelijk, min of
meer te begrijpen valt, laat ik liever aan mij voorbijgaan.
Iets van Mark Rothko: WTF? |
Iets van Govert Flinck: fijn. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten