dinsdag 21 november 2017

Abstract

Uiteraard houd ik niet van ambiant, techno en andere elektronische muziek. Tot nu toe voegde ik daar meestal verontwaardigd aan toe: ik houd immers van muziek! Toch zit er meer aan vast. Het heeft in mijn geval te maken met figuratief/non-figuratief.

Na een halve eeuw lang voortbrengselen van medemensen tot me genomen te hebben, ben ik nu bereid om te verklaren dat het niet aan die bepaalde “muziek”-soort ligt, maar volledig aan mijzelf. Ik mis namelijk iets, ik heb een gebrek. Ik begrijp abstracte kunst niet. Ik moet het hebben van figuratieve kunst. Ik wil zelfs verder gaan: ik begrijp abstracties niet. Op de middelbare school was het iedereen al opgevallen dat ik voor natuurkunde een 8, voor wiskunde een 3 haalde. Het rekenen bij natuurkunde diende een concreet doel (valsnelheid, smeltpunt, weet ik het), en het rekenen bij wiskunde diende geen enkel doel, slechts zichzelf. Het uitgangspunt was eenvoudigweg te abstract voor mij, weet ik nu.

Ik heb ook altijd problemen gehad met rechte lijnen.

De rechte lijn
In de natuur is er maar één rechte lijn te vinden, en dat is de horizon. Voor de apen die we zijn, staat horizon voor afstand, alleenheid, onbeschermdheid. De kronkelende fractals van een bos staan voor dichtbijheid, beschutting en veiligheid. Abstracties ontberen wat mij betreft de herkenbare, menselijke maat, die figuratieve en kronkelige zaken wel hebben. Een gebouw dat recht is als de horizon is een horizon. Een kubistisch schilderij is voor mij als een verzameling horizonten. Niet slechts inhoudloos, maar zelfs lichtelijk dreigend.

Mijn onvermogen om abstracties te appreciëren gaat heel ver. Ik begrijp, zoals gezegd, helemaal niets van welke elektronische dansmuziek dan ook. Ik ben niet ritmisch en heb van mijn leven nog nooit een danspas uitgevoerd, dus beluister ik muziek altijd op eigen merites. Het feit dat het je hypnotiseert als je met z’n tienduizenden bent en het lawaai oorverdovend is, laat ik bij mijn appreciatie buiten beschouwing. En dan hoor ik als resultaat een muziek die uitsluitend uit een paar rechte lijnen bestaat. En nog wel lijnen die met een dikke witkwast neergezet zijn. De subtiliteiten zijn geheel overgeschilderd. Evenmin en op dezelfde wijze begrijp ik de musique concrète of de poésie concrète van voorbije decennia op fundamenteel niveau.

Maar ook simpelweg abstracte, of “moeilijke” poëzie vermag me weinig te zeggen. Ik zie heus nog wel dat een bepaald woord in een context dubbelzinnig wordt, etc. – ik tracht zelf poëzie te schrijven, een aantal van dergelijke trucs ken ik wel. Ik heb mijn blok Moderne poëzie tijdens mijn studie aan de UvA aan Leo Vroman gewijd. Moeilijk, maar goed te doen. Een gedicht dat echter niet “ergens over gaat”, dat dus niet, uiteindelijk, min of meer te begrijpen valt, laat ik liever aan mij voorbijgaan.

Iets van Mark Rothko: WTF?
Ik snap niet waarom de schilderijen van Mark Rothko er zijn, of die van Piet Mondriaan of Rob van Schoonhoven. Ik word intellectueel, noch emotioneel gestimuleerd door Pollock, Penck of Tapièz. Deze overgrote, nors tot mij zwijgende doeken stoten me af. Ze moeten mij niet, ik moet hen niet. Ook ontgaat me bijvoorbeeld de schoonheid van een tag op een muur of een treinstel. Ik moet voor mijn kunstgenot iets hebben dat soms door “kenners” snerend anekdotisch genoemd wordt.

Nu ik eerlijk heb bekend dat het geheel en al mijn fout is, willen jullie dan nou allemaal weg gaan? Asjeblieft? Laat mij lekker met mijn Ghirlandajo, Tsjaikovski, Kavafis, Wodehouse, Vermeer, Couperus, Jethro Tull en Pierre Cuypers. Ik doe verder niemand kwaad.


Iets van Govert Flinck: fijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten