Toen ik in het najaar van 2023 schoorvoetend besloten had
om de operatie nu maar door te laten gaan, had ik al spoedig 1 mei als magische
datum in mijn hoofd geplant. Op die dag zou alles voorbij zijn en mijn
zorgeloze nieuwe leven op gang komen met mijn favoriete schrijvers in de tuin
en de bloeiende akelei.
Nu is het mei, we hebben het bereikt. Niet bepaald rimpelloos,
maar toch. Er is mondjesmaat plezier te beleven aan de tuin, maar het komt, het
komt eraan. Nu en dan een uurtje lezen is al wel gelukt. Aan de tuinboeken zal
het niet liggen: ze staan te popelen op hun plank om weer de wei in te kunnen.
Ik voel me vandaag anders dan drie weken geleden. Toen
hing ik nog uitgeput op de bank, happend naar adem, het verraderlijke hart
zwaar bonkend in mijn getekende borstkas, de maag verkrampend bij de gedachte
aan voedsel. Dit was hem dan, big time: de terugslag. Het bleek dat ik de weken
ervoor mezelf danig in de maling genomen had.
Ongeveer zes weken na de operatie was mijn hartslag zo
regelmatig geworden (“een perfecte sinus”) dat de cardioloog me adviseerde te
stoppen met Lanoxin, een
hartslagregulator op basis van vingerhoedskruid. ‘Als de hartslag eenmaal weer
regelmatig is doet dit middel helemaal niets.’
Een paar glorieuze
weken lang werd ik beter en beter. Ik verscheen op revalidatietraining en
trapte, roeide, duwde en liep dat het een lieve lust was. Met leeftijdgenoot Ridge
uit New Orleans praatte ik over The Grateful Dead en Jethro Tull en onderwijl
werd ik al trainende echt moe, lekker moe, later zelfs een beetje té moe. Na
een voorzichtige waarschuwing van een van de begeleiders besloot ik het de
volgende keren wat rustiger aan te gaan doen.
Ook besloot ik onderweg
naar huis een 20cc flesje Joseph Guy te kopen om na alweer bijna een half jaar
geheelonthouding iets te vieren, al wist ik nog niet wat. Ik dronk het in vier
beetjes op. Het smaakte me eigenlijk niet eens.
Die nacht sloeg het
hart op hol.
Plotseling onverklaarbaar
gebonk van het onbetrouwbare hart en onvoorziene frequentieverhogingen van de
hartslag die ik “opvliegers” doopte, maakten dat ik me ineens een bejaarde
patiënt voelde. Binnen een week was
ik alweer drie kilo lichter. Ik stond uitgeput op en kampte met een bijna
dagelijks terugkerende migraine, die weliswaar met een aspirientje goed te
bestrijden is, maar die vooral toch maar benadrukt hoe de vlag ervoor staat. Ik
raakte eens te meer doordrongen van de kwetsbaarheid van de mens. En leerde: kraai
geen victorie voor het zover is! Ik ben geen religieus mens en al zeker geen
sympathisant van de pessimistische kerk, maar zelfs ik begon de terugslag bijna
als een straf te zien. Wat had ik misdaan dat er zo’n neergaande spiraal kon
ontstaan?
Ik was naar mijn
gevoel helemaal terug naar af. De training was wekenlang afgezegd gebleven,
Jenet had weer allerlei verzorgingstaken op zich genomen, waar ze nu juist van
verlost leek en de dagen waren grauw en teleurstellend.
Nu, een paar weken
later is alles wel weer een beetje tot rust gekomen, mede met behulp van de opnieuw
opgevatte Lanoxin, waar ik nog een voorraadje van had liggen. De
kalender geeft troost en ik ben uiteindelijk dan toch uit het dal gestommeld. Het
is één mei, ik ben er weer. Ik voel me nog niet zo perfect als voor de terugslag, maar
het is alleszins aanvaardbaar. Laat het zo voor een langere tijd blijven, denk ik bij mezelf. De tuinboeken rekenen op
me.
Illustratie: François Cotard - Fatigue (1952)