zondag 6 november 2011

Eat your heart out, Claude Lorrain!

Ik ben maar eens naar de Claude Lorrain tentoonstelling in het Teylers-Museum geweest. Het moest er toch van komen. Samen met een vriend die op bezoek was, wandelde ik donderdagmiddag naar het vergrouwde, neo-classisistische gebouw aan het Spaarne.
Op voorhand weet je hoe zo’n tentoonstelling ingericht zal gaan worden: een zes- of achttal grote werken van de Lotharische landschapschilder, omspoeld door een enorme hoeveelheid tekeningen uit de vermaarde eigen collectie van het Teylers: studies, invloeden, navolgingen, modes, technieken, kruisbestuivingen en reisdoelen. Mooi, economisch en vooral handig gedaan. Ik sneer niet, ik heb daar oprechte bewondering voor.

Claude Lorrain, Kustlandschap met Perseus en de oorsprong van koraal,1673
Maar dan, de schilderijen zelf. Een landschapje neerzetten, dat kon hij inderdaad wel. Dat konden ze allemaal wel, die zeventiende-eeuwers. Een leuk herbergje, een kekke ruïne, een nerveus stroompje: geen enkel probleem. Maar wat een gestuntel ineens als Lorrain begon aan het schilderen van echte mensen! Een fiasco werd dat: houten klazen, in krampachtige houdingen, onzeker geschetst als door de hand van een twaalfjarige! Zie maar:

detail
In eerste instantie dacht ik dat dit schilderij een vroeg jeugdwerk moest zijn, gezien het onnatuurlijke water, het onzekere fort in de verte, de pardoes op het water gekwakte weerschijn van de zon, en vooral de lede poppen die onnatuurlijk op de rotsen neergelegd leken, met als hoogtepunt een bespottelijk pegasusje, dus ik was verbaasd om te zien dat dit werk juist geschilderd was door een zeventigjarige, op het hoogtepunt van zijn commerciële succes (hij nam geen opdrachten meer aan, was volgeboekt)! Neen, mensen kon hij niet, en fabeldieren al helemaal niet.
Als ik in het Teylers ben (zo’n eenmaal per jaar, schat ik) moet ik altijd even eer komen bewijzen aan twee grote schilderijen van mijn favoriete negentiende-eeuwse Nederlandse schilder, de in Middelburg geboren Barend Cornelis Koekkoek. Als men mij wel eens vraagt waar ik als dwarse zeikerd dan wèl van houd, zeg ik meestal ‘Voornamelijk tot en met Vermeer. De late Frans Hals en Rembrandt zijn me eigenlijk alweer te woest, en natuurlijk is er dan nog de geniale Barend Koekkoek.’ Uiteraard denken ze dan dat ik een grapje maak, maar dat is niet zo.

Barend Cornelis Koekkoek, Zomer, 1830
Barend Cornelis Koekkoek, Winter, 1837
De tweedekker Zomer en Winter hangt in de zaal met de permanente collectie, ouderwets opgehangen onder en boven elkaar, en geen stukje muur onbenut latend. De afbeeldingen die ik van het internet heb geplukt doen absoluut geen recht aan de met uiterste precisie op het doek gekerfde taferelen. Waar bijvoorbeeld de boomstam linksonder in Winter een beetje vaag blijft, is hij in werkelijkheid messcherp geciseleerd. Beide schilderijen (het kwadrant linksonder van Zomer en de boom in Winter doen bijna computer-generated aan!) zijn haast magisch-realistisch te noemen, meer in de richting van Willink of Delvaux, dan van Lorrain, in ieder geval. Trots liet ik mijn metgezel deze twee grote proto-postmoderne meesterwerken zien. Stil werd hij, terecht. Bedachtzaam gluurde hij naar de details. Hij zag wat ik in die schilderijen gezien had, en gaf me gelijk. De rug weer rechtend deed hij een paar stappen achteruit en sprak met verblufte bewondering in zijn stem de magische woorden van de aanhef van dit stukje: ‘Eat your heart out, Claude Lorrain!’

4 opmerkingen:

  1. Ik denk dat je Lorrain tekortdoet als portrettist: als je mensen zo klein afbeeldt, in miniatuur in een landschap, moet je ze vermoedelijk wel een beetje uitvergroten qua trekken om ze herkenbaar te maken. Zie je dat al niet bij Breughel, die karikaturale poppekes? Zelf vond ik het licht het mooist, op die doeken. Maar juist dat weemoedige, dromerige licht is w.s. niet zozeer een verdienste van Lorrain als wel een patina van edelrot of vervuiling in de lak. Kunst is een samenspel van de maker, de tijd en de waarnemer.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Even een klein detail, Dwarse Man.
    Teylers Museum is geen neo-classistische architectuur, maar classistische.
    Het classisme is weliswaar een verzamelnaam voor het teruggrijpen op de architectuur van de Griekse en Romeinse oudheid gedurende de 17e en 18e eeuw, maar het neo-classisme is weer een teruggrijpen op dit laatste. Neo-stijlen (we kennen ook neo-renaissance, bijvoorbeeld) moeten we dateren in de tweede helft van de 19e eeuw en de eerste jaren van de 20e.
    Teylers Museum is het eerste gebouw dat in Nederland als museum werd ontworpen en werd in 1784 in gebruik genomen. Honderd jaar te vroeg om als 'neo-classisme' te bestempelen.

    Voor het overige: ik deel je liefde voor Koekkoek. Hier in het Dordrechts Museum hangt ook het één en ander van hem en toevallig was ik daar afgelopen zondag nog. Prachtig.
    Het doet me wel wat, die schilders van de Romantiek.
    Ik moet er binnenkort eens achter zien te komen waar men de grootste verzameling heeft van het werk van Caspar David Friedrich, bijvoorbeeld. Dat museum lijkt me wel een reis van een paar honderd kilometer waard. Negen van de tien keer hebben ze in die omgeving ook prima bier en een 'gutbürgerliche küche'.

    Een schilderij wordt overigens pas magisch-realistisch door sfeer en betekenis van de voorstelling; jij hebt het toch vooral over de ambachtelijkheid van Koekkoeks kunst, volgens mij.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @Hans: Classisistisch, je hebt gelijk: I stand corrected.
    Wat betreft het "magisch-realistische": ik bedoelde wel degelijk de sfeer en ik twijfel of er een opzettelijke intentie van "vreemdheid" in het werk zit of niet. De boom is zodanig een "meta-boom" als het ware, een bijna artificieel element, dat ik er niet zeker van ben. Nogmaals, de afbeelding doet geen enkel recht aan de werkelijkheid, en natuurlijk was Koekkoek geen magisch-realist, maar ik blijf, tegen beter weten in wellicht, gelijkenissen bespeuren.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Volgens mij heb ik 2 Lorains hangen. Gisteren naar de vendu gebracht. Doch hun start prijs is 1800 euro...pfff > Enfin, de 2 schilderijen zijn niet gesigneerd, zoals velen van hem niet, dat is het punt. Maar aangezien het ook komt uit een familie die zeer veel geld beschiktte en ook Rembrands had, weet ik bijna zeker dat het 2 Claude de Lorrains zijn. Ja alles is mooi, de brug de bomen, maar inderdaad die figuren zijn wel leuk maar totaal uit proportie. Ik ben in iedergeval benieuwd wat men biedt.....

    BeantwoordenVerwijderen