woensdag 3 mei 2017

Pitti

Als allerlaatste schuifelde de wereldberoemde cellist Mischa Maisky het vliegtuig uit, zijn verweerde cellokoffer aan zijn zijde. Daarna werd er getankt en konden de passagiers voor Florence inchecken. De vlucht verliep een beetje onverwacht: er was teveel wind in Florence en de piloot twijfelde of hij kon landen. Na een half uur in de parkeercirkelstand en een paar ongekend scherpe bochten landde de kist ten slotte in Pisa, waar op Italiaanse wijze verder vervoer naar de bloemenstad georganiseerd was (niet dus).

De laatste keer dat ik in Florence was, was het november. De stad was toen aanzienlijk rustiger dan haar reputatie, maar het weer was dan weer niet zo geweldig geweest. Nu, einde april, was de drukte spectaculair groter, maar het weer niet vreselijk veel beter! De rijen voor Brunelleschi’s Duomo en Giotto’s Campanile besloegen honderden meters, de wachtenden voor de Uffizi, waar we de vorige keer gewoon naar binnen konden lopen, reikten bijna tot aan de Arno, de Ponte Vecchio kon je alleen betreden met een goed geslepen junglemes om de mensenmassa’s om je heen weg te kappen. Het was vooral: een stad vol kinderen. Het was alleen wat minder druk als het regende.

De ietwat verborgen ingang van Dante's Kerk
Noodgedwongen (maar niet onvoorbereid) wijdden we ons dus aan andere zaken: zo ontdekten we de Chiesa di Santa Margherita dei Cerchi, ook wel bekend als Dante’s kerk. Vreemd genoeg is daar niet de bard zelf, maar wel zijn aanbedene Beatrice begraven. De uit Florence verbannen Dante ligt in Ravenna en mag op grond van de middeleeuwse wet nog steeds niet in de stad herbegraven worden die hem ooit verbannen heeft. Er is een actiecomité dat hier tevergeefs tegen strijdt. Op het plein voor de kerk reciteerde een als Dante geklede acteur voor een gezelschap van Japanners met gezichtsmaskers en Italiaanse joeljeugd een hele reeks terzinen uit diens werk. Ernaast een afhaalluikje voor Florentijnse broodjes pens. Ook weer onafzienbare rijen.

We hadden ons een paar bezoeken specifiek voorgenomen. In ieder geval het Palazzo Pitti dat als front dient voor de steile Boboli-tuin, en tot de hoogste nokken gevuld is met vooral lokale schilderkunst. Veel tweederangs werk, maar ook wel degelijk een groot aantal topstukken. Schilderijen van Titiaan hingen er, van Rafaël en de moordenaar en schavuit Caravaggio, van Tintoretto, van de hypochonder Pontormo, van Botticelli, Filippo Lippi, Andrea del Sarto, Perugino en de merkwaardige Veneziaan Giorgione. Niet-Italianen waren schaars aanwezig, maar de geweldige Ribera, Diego Velázquez, Antoon van Dyck en Rubens kan men er aantreffen. En vooral heel veel van de Brabantse schilder Justus Sustermans, die met zijn vertrek naar Florence een droombaan wist te winnen als hofschilder van de Medici.

Het gebouw zelf is, net als zoveel bouwwerken uit de Florentijnse renaissance, niet echt mooi. Op een sombere dag zou ik het zelfs uitgesproken lillik noemen. Bruut, overgroot, bedreigend en zelfs in de gouden zon en de diepblauwe lucht van de Toscaanse lente bepaald somber. Palazzo Pitti werd in 1458 naar een ontwerp van de bouwmeester van de Duomo, Brunelleschi gebouwd als residentie van de machtige bankier Luca Pitti. Na 1549 kwam het in bezit van de Medici. Cosimo I De' Medici liet de door Dan Brown beroemd geworden Corridoio Vasariano bouwen: een verbindingsgang tussen het Palazzo Pitti en het Palazzo Vecchio. Nog weer veel later werd het paleis de verblijfplaats van Napoleon Bonaparte. We bezichtigden zijn badkamer. Na de eenwording van Italië was Florence enige tijd de hoofdstad van het land en het paleis de residentie van de Italiaanse koninklijke familie. We stonden in de troonzaal, direct gelegen naast de muziekzaal met uitzicht op het amfitheater in de Boboli-tuin.

Florence is een volle stad. Iedere dag is er iets anders te zien.


Badkamer van Napoleon

1 opmerking:

  1. Ach ja; Florence.
    In 1998 was ik er voor de eerste en laatste keer. Schandalig, natuurlijk. En dom. Want wij beleefden daar een paar van de gelukkigste dagen van ons leven tot nu toe.

    Het internet bewaart alles.
    In de allang morsdood verklaarde nieuwsgroep nl.eeuwig.zonde schreef ik ooit twee epistels over Florence en zijn wonderen:

    https://groups.google.com/forum/?hl=nl#!msg/nl.eeuwig.zonde/GHFLX_Yc2Wc/wqcPJKGEax4J

    en

    https://groups.google.com/forum/#!topic/nl.eeuwig.zonde/JvyV3ILS1J4

    Ze teruglezend begrijp ik hoe erg het is dat ik de stad daarna heb gelaten voor wat ie was..

    BeantwoordenVerwijderen