dinsdag 25 februari 2025

Cultuur snuiven

Nu we allebei met pensioen zijn, kan het grote cultuur snuiven beginnen.
Donderdag waren we in het LAM, het Lisse Art Museum, waar een aan voedsel gewijde tentoonstelling (foodart moet dat tegenwoordig natuurlijk heten) belangstellenden van alle leeftijden moest trekken. De meeste belangstellenden hadden grijs haar en begrepen niets van de hi-tech kaartjesmachine en dito kluisjes (ongenummerd, het publiek werd aangeraden met hun telefoon een foto van hun kluisje te maken).
Drie zalen gevuld met moderne kunst die op de een of andere manier een verbinding vormde met onze mondiale obsessie: eten. Reusachtige bonbons, aardewerken avocado’s, een danseres van suikerspin en een laatste avondmaal voor hoofdloze torso’s passeerden de revue, zonder verklarende kaartjes of zelfs maar de naam van een maker. Daarvoor moesten we bij de suppoosten zijn, die ten allen tijde bereid waren onze vraag met een tegenvraag te beantwoorden: ‘Welk materiaal is hiervoor gebruikt?’ ‘Wat denkt u zelf? Doe eens een gok.’
Ikzelf heb geen behoefte aan zaalwachters die mij popelen om mij te vertellen dat ik iets mooi moet vinden, of juist confrontatief. Ook ben ik niet vreselijk gevoelig voor de diepere vragen die aan veel van de getoonde kunst ten grondslag schijnen te liggen en die de tentoonstellingsbegeleiders ons stellen: ‘Wat vindt u, is het moreel houdbaar om onze planeet volledig leeg te eten en zo een dorre vlakte achter te laten?’ Gelukkig werd mij die vraag bespaard want ik zou uit louter balorigheid hebben geantwoord: ‘Ja, prima toch?’ Ik identificeer mezelf als een tikje blasé.
Het was druilerig weer, dus lang hebben we erna niet gewandeld. Een rondje om het breekbare kasteeltje De Keukenhof en een gefrituurde lunch in de eetboerderij en dat was dat. Op de terugweg Hillegom nog even in.

Foto: Wouter Schenk
Zaterdag togen we naar een kort concert van de Griekse pianiste Tania Giannouli in Haarlem. Na een uitverkocht concert in Brussel vorige week voor 800 mensen, speelde ze nu in de Haarlemse Artone Studio voor slechts 45 luisteraars (ook uitverkocht). Ik begreep dat dit een soort liefdewerk van haar was. De solopianomuziek was een één uur durende suite: een wisselend landschap dat gepresenteerd werd onder de brede noemer jazz, maar ik hoorde er eigenlijk maar heel weinig jazz in. Ik vond het eerder een soort fusion van pop, (post)modern klassiek, folk en beschaafde avant-garde. Interessante, soms bijna elektronisch klinkende omlijstingen op de prepared piano gingen over in welluidende en voorzichtig temperamentvolle melodieën die me meer aan Michael Nyman of Ludovico Einaudi deden denken dan aan Thelonious Monk of Lennie Tristano. Ik hoorde zelfs hints van Billy Joel of Elton John, maar dat zal stellig uitsluitend toeval geweest zijn. Het geheel was verrassend prettig om aan te horen.

De zondag erna was er een Sunday Market (is dat wat anders dan een zondagsmarkt?) in de Koepel, maar onderweg naar deze voormalige gevangenis moesten we eerst even een kaart posten, Daartoe sloegen we links af, omdat ik wist dat er een brievenbus ergens in het voormalige Drosteterrein moest zijn. Die hebben we uiteindelijk niet gevonden. Wel was dit een goede gelegenheid om een beetje te verdwalen in die rare wijk. Bij het plannen maken was het de bedoeling geweest om van dit terrein een soort uitbreiding van het centrum te maken, maar dat is geheel mislukt. Het wijkje ligt aan alle kanten totaal geïsoleerd van de rest van de stad: door het Spaarne, een drukke verkeersweg en het spoor Haarlem-Amsterdam en het industrieterrein Waarderpolder. Er is met de bouw en de diverse renovaties duidelijk luxueus uitgepakt, maar met het aanleggen van infrastructuur (fietsbruggen, een winkelcentrum, een wijkgebouw) is de knip angstvallig dicht gebleven. Het resultaat is een afgesloten dorp zonder voorzieningen midden in de stad, precies het omgekeerde dus van wat er beoogd werd. Het grote restaurant in het Droste branderijgebouw staat, na een hele serie vergeefse pogingen, nu al een aantal jaren begrijpelijkerwijs troosteloos leeg.
Sommige andere leeggekomen fabrieks- en nutsgebouwen zoals het Meterhuis en de Lichtfabriek zijn, een beetje volgens het industriële Berlijnse model, wel populaire plekken geworden in het Haarlemse uitgaansleven. Maar ook hier kom je niet zomaar per ongeluk - je moet er doelbewust naartoe willen.

Bron: Wikipedia. ChocOase is allang opgedoekt
Niet iedere renovatie trof me als gelukkig. Zo is de monumentale Droste branderij uit 1920 van architect J. J. van Noppen opgeknapt volgens de moderne archeologische regels: dat wat ontbreekt moet je niet willen herstellen in de oorspronkelijke stijl (waar de befaamde architect Pierre Cuypers tot in het extreme mee bezig was), maar integendeel contrasterend streng neutraal laten. Ik kan er niet met plezier naar kijken. Een mooi bakstenen muurtje is toch niet zo ingewikkeld? Het resultaat is natuurlijk een krachtig statement, maar wat hebben gewone mensen en eenvoudige bewoners nu aan krachtige statements? De ernaast liggende Droste silo is daarentegen wel weer heel geslaagd, maar van het oorspronkelijke gebouw is bar weinig overgebleven.

Na onze dwaaltocht hebben we de braderie in de Koepel uiteindelijk maar gelaten voor wat die was.

woensdag 19 februari 2025

Leesrapportje 13

Tom Vitale - Over de kook : de wereld rond en achter de schermen met Anthony Bourdain

Tom Vitale (links) met Anthony Bourdain
Dit is de vertaling van In the Weeds, een verslag geschreven door de regisseur en producer van Bourdains laatste succesvolle televisiereeks Parts Unknown. Een aantal hoogtepunten passeert de revue, en uiteraard de tragische zelfmoord van de rocker/chef/reiziger/junkie en het onvermogen van de nabestaanden om die te bevatten.
Bourdain wordt geschetst als een echt mens, met grote kracht en grote zwakten, afwisselend een aardige vriend, dan weer een gemene naarling. De ware persoon lijkt maar in weinig op de persona die ons via de televisie meeneemt naar al die exotische plaatsen op de wereld.
De getatoeëerde, met zekere gratie ouder wordende reiziger, met zijn stoere laarzen en zijn dominante mannelijkheid blijkt een tobber en een klager te zijn, ja zelfs iemand die uitstekend kan zeuren. Iemand die vaak kwaadaardig en verongelijkt is, maar net zo vaak edel en genereus.
Dat hij al een aantal malen depressief was wist niet iedereen, zodat het bericht van zijn zelfmoord in Parijs als een volslagen verrassing kwam voor zelfs zijn naaste vrienden. De ontrouw van zijn nieuwe vriendin Asia Argento lijkt hem het laatste tikje gegeven te hebben. Maar wie weet wat voor gruwelen zich hebben afgespeeld achter dat barse, hoge voorhoofd van hem?

Dan Jones - The Templars

Dan Jones
Voor de verandering heb ik maar eens weer een geschiedenisboek ter hand genomen. Gezien de achternaam van de schrijver en zijn specialisme (Middeleeuwse geschiedenis en Kruistochten) dacht ik dat hij misschien een zoon kon zijn van Monty Pythons Terry Jones, die immers ook historicus was en zelfs een televisieserie heeft gemaakt over diezelfde Kruistochten, maar dat bleek niet zo te zijn.
Op het omslag belooft dit boek heel wat: “Triumphant. As addictive as a page-turning novel.” Die belofte wordt niet waargemaakt, maar dat is de auteur nauwelijks aan te rekenen. De waarheid is dat de beschreven geschiedenis (1100-1310) een aaneenschakeling is van feodale heersers, vestingen en veldslagen. Er is wel getracht om het boek te verlevendigen, maar dat is, puur door het onderwerp niet overal gelukt. Sommige prominente karakters hebben wel een beetje psychologische invulling gekregen, maar lang niet alle. Dat zal beslist met de beschikbaarheid van historische bronnen te maken hebben.
Het blijft allemaal een beetje een dorre opsomming, alle lovende kreten op het voorblad ten spijt.
Hoe een zo machtige multinational als de Tempeliers in zo korte tijd heeft kunnen ontstaan wordt niet helemaal uitgelegd. Zoals het er nu staat lijkt het haast alsof de tijd er rijp voor was, dat een dergelijke organisatie noodzakelijk was in het gegeven tijdgewricht. Alle betrokken vorsten en kerkelijke machthebbers waren vanaf het begin bereid om aanzienlijke sommen gelds, stukken land en onroerend goed weg te schenken aan de prille organisatie en al twintig jaar na zijn stichting is de Orde van de Arme Ridders van Christus en de Tempel van Salomo een niet meer weg te cijferen machtsfactor in het Midden-Oosten. De van oorsprong Cisterciënzer orde beheert bankzaken, infrastructuur, diplomatie en politiek in het gebied en beschikt daarbij over een eliteleger met voorbeeldige discipline. Twee eeuwen lang volgen er grote militaire nederlagen en overwinningen. Tijdens de jaren van militair verval gaat de orde zich langzamerhand meer toeleggen op de civiele nevenzaken: het bankwezen en de politiek.
Het gewelddadige einde van de orde, dat me op voorhand meer interesseerde dan die vermoeiende, eindeloze, monotone reeks veldslagen en slachtpartijen wordt helaas maar heel summier beschreven. En dat is jammer, want juist hier lees ik een aantal dingen die ik niet wist, en die mijn beeld behoorlijk bij hebben gesteld.
Ik had bijvoorbeeld altijd gedacht dat de laatste Meester van de Tempeliers, Jacques de Molay, een heldhaftige figuur was, maar Jones schetst hem als een zwakke, kleingeestige opportunist. Ook had ik altijd gedacht dat Philips IV en Clemens V samen de orde vernietigd hebben, maar in werkelijkheid was de paus een ondergeschikte figuur naast de koning, die geheel zelf verantwoordelijk was voor de demonisering van de Tempeliers. Een studie van hedendaags populisme zou Philips IV als prototype kunnen beschouwen. Lees in plaats van Tempeliers: Joden of Marokkanen of zelfs pedofielen en je herkent onmiddellijk de onderliggende mechanismen. Philips IV was het om de bezittingen van de Tempeliers te doen, maar - en dat heeft de paus dan wel weer handig gedaan - die gingen uiteindelijk grotendeels naar de kerk.
Het boeiende einde was te summier, niet uitgewerkt genoeg om het boek te redden.

Martin Bril - Heimwee naar Nederland

Martin Bril
Dit boek trof ik aan in één van de straatkastjes hier in de buurt: een bundel impressies van plekjes in Nederland. De term “impressies” is hier wel heel goed van toepassing, want Brils stijl in dit boek is een ijzig volgehouden, gortdroog impressionisme. Hij beschrijft de plekken waar hij is door details uit te lichten en te vergroten (een reclamebord, een opgevangen flard van een gesprek, een geur van zuurkool) zonder de omringende decors in te vullen. Dat gaat snel een beetje monotoon worden, zodat ik het boek na een kleine honderd bladzijden dichtklapte. Niet omdat het boek me nu zo ergerde, maar meer omdat ik er mijn belangstelling voor verloren had.
Een heel opvallend stijlmiddel dat hij in zijn stukjes heeft toegepast is de extreem korte alinea, om een micro-schokmomentje teweeg te brengen. Iedere pagina kende er wel minstens een.
Ze werden voorspelbaar.
Dus ik ga het boek weer terugleggen, hetzij in de Johannes de Breukstraat, hetzij in de Floresstraat. Ik zal wel zien…

Iain Pears - Arcadia

Iain Pears

Ik leerde Iain Pears kennen als de schrijver van een lichtvoetige mystery-reeks over de kunsthistoricus Jonathan Argyll en zijn charmante vriendin Flavia Di Stefano. In zeven boeken, gepubliceerd tussen 1991 en 2000 volgen we het tweetal tijdens het oplossen van allengs ingewikkelder misdaden die altijd een kunsthistorisch aspect hebben: een vervalsing, een diefstal, een moord op een louche kunsthandelaar, etc. Na die zeven deeltjes had Pears daar blijkbaar genoeg van en begon hij zijn horizon te verwijden. Nog steeds waren zijn romans, zoals Stone’s Fall of An Instance of the Fingerpost wel te categoriseren als mystery, maar nu met een zeer gulle portie postmodernisme. Een misdaad (of was het wel een misdaad?) werd, via getuigenissen en belichting vanuit telkens veranderend perspectief, wel of niet opgelost en de lezer bleef achter met een onbestemd gevoel. Ik bespeur verwantschap met de Spaanse schrijver Perez-Reverte.
Zijn recentste boek Arcadia dateert alweer van 2015 en is nog ambitieuzer. Bij dit boek wordt een app geleverd die de diverse verhaallijnen interactief moet maken, zodat de lezer zijn eigen roman schijnt te kunnen samenstellen. In een roman over parallelle werelden en geschiedenissen kan zoiets, veronderstel ik, wel een verrijking zijn maar ik heb toch maar geen gebruik gemaakt van die app, hoewel ik hem wel gedownload heb. Het boek, zoals gedrukt, is volmaakt te lezen.
Kort samengevat komt de plot hierop neer: in het Oxford van de zestiger jaren probeert Professor Henry Lytten een fantasyroman te schrijven over een tegenwereld, genaamd Anterworld, een roman die het werk van Tolkien of C.S. Lewis moet doen vergeten. Hij neemt zijn buurmeisje Rosie in vertrouwen. Zij ontdekt in zijn kelder een door Angela Meerson, een tijdreizigster uit de toekomst, achtergelaten dimensiepoortje en daarachter treft ze een arcadisch land aan waar verhalenvertellers vereerd worden. Haar avonturen brengen haar in contact met een  excentrieke  psychomathematicus wiens werk alle betrokken levens en werelden beslissend kan beïnvloeden. Enzovoort. En zo verder. Vele verhaallijnen dansen een complexe dans met elkaar.
De lichte schrijfstijl van Pears maakt dat je bijna niet boos kunt worden op het boek. Hij zorgt er goed voor dat de draden nooit te complex worden. Wat overblijft is een young adult boek voor volwassenen.





vrijdag 7 februari 2025

De Assen experience

Voor het eerste uitstapje na de rampzalig verlopen trip door de Ardennen en de Eifel die in het ziekenhuis geëindigd was, togen we naar het rustige en weinig ambitieuze Assen. We hadden kaartjes besteld voor een midweeks bezoek aan het Drents Museum en verder zouden we wel zien. Daar staken een paar boefjes een stokje voor. Museum dicht! Anderhalf uur voor de terugreis kwam het er alsnog van.

Een politieauto stond geparkeerd naast de ingang. Een complete, zeer vriendelijke Roemeense cameraploeg liep onderzoekend rond. Journalisten van RTV Drenthe en de NRC, een cameraploeg van het journaal, iedereen was er, die vrijdagmorgen. Om tien uur ging het Drents Museum weer open na de spectaculaire maar nogal plebejische kunstroof van een paar dagen ervoor. Een grote klas voornamelijk in het zwart geklede kinderen baande zich een weg door het ingenieuze gebouw als een horde gazellen op de vlucht, uiteindelijk met straffe hand bijeen gedreven door een strenge en ervaren leidsvrouw. Wij besloten meteen onze eigen weg te zoeken en de consternatie zoveel mogelijk te vermijden. Dat lukte maar zeer ten dele. Halverwege, op de vlucht voor de kinderen, werden we ontdekt door een dame van NRC op zoek naar human interest. Jenet zag haar gevoelens in de zaterdageditie verwoord. Ikzelf had me schielijk teruggetrokken.
Het Drents Museum, regionaal museum voor kunst, cultuur en geschiedenis, heeft besloten zijn collectie aan te bieden via een interactief circuit, waar animaties en geluidsbandjes de bezoeker bijstaan in hun speurtocht naar het wezen van Drenthe. Dit is hoe het museum deze experience getiteld Labyrinthia zelf aankondigt: “Dwaal door ons historische gebouwencomplex en beleef de museumcollectie op spectaculaire wijze. Hier komen de iconische verhalen van Drenthe tot leven op een unieke manier. In de vijftien zalen valt van alles te beleven voor alle leeftijden. In Labyrinthia mag je kijken met je handen, ruik je de verf van de Noordelijke Figuratieven en voel je aan scherven uit de tijd van de hunebedbouwers. Leer de technieken van de mammoetjagers, poseer met de sieraden van de Prinses van Zweeloo of dans op een boerenbruiloft in de 19de eeuw. In elke zaal stap je een totaal andere wereld binnen en sta je midden in het verhaal.” 

De lezer begrijpt, zoiets lieten we ons geen twee keer vertellen en terwijl ik gekleed in een kapokken boerenkiel als een razende de horlepiep aan het dansen was voelde ik mijn waardigheid wegvloeien als een ondiepe plas van tranen. Wanneer men in het museumwezen iets “voor alle leeftijden” noemt, bedoelt men “voor kinderen”. Nee, deze benadering werkte niet voor ons, waarna we ons nog nadrukkelijker buiten het verhaal plaatsten.

Foto: Siese Veenstra
Op zich is de titel Labyrithia goed gekozen want het complex van gebouwen waar alles tentoongesteld wordt is inderdaad een waar doolhof. Diverse voormalige ambts- en kloostergebouwen uit zes eeuwen, hier doorgebroken en elders juist dichtgemetseld, gemoderniseerd en van een serieuze nieuwbouw voorzien die zich grotendeels onder de grond bevond, zorgden ervoor dat ik op zeker moment niet honderd procent zeker was waar ik me bevond ten opzichte van de uitgang. In elke gang trof men kamertjes aan met een thema. We zagen in de zelfportrettenzaal een schilderij van Henk Helmantel dat niet zo mooi was als zijn befaamde stillevens. Verderop vonden we een zaal met twee prulletjes van Vincent van Gogh in een zee van lichtgevende korenaren. Eén zaal was gevuld met veenlijken en -offers. Ook konden we met een speer een mammoet doden en in een scheepje door de afgegraven turfgebieden dobberen.

De nadruk leek voor een aanzienlijk deel te liggen op de negentiende eeuw en als zodanig ervoer ik het museum bijna als een voortzetting van het gevangenismuseum te Veenhuizen dat we de dag tevoren hadden bezocht. Ook hier moesten we weer een soort experience ondergaan, in plaats van een tentoonstelling, en ook hier heerste weer de educatief bedoelde anekdotiek die de collectie begrijpelijk moest maken voor Generatie Z. Bekende Nederlanders vertelden over hun ongelukkige voorouders die ooit gast waren in deze Kolonie van Weldadigheid. We volgden vier hedendaagse veroordeelden van hun arrestatie tot hun reclassering (of in één geval hun zelfmoord), we mochten ervaren hoe zwaar een blok aan het been of de boeien om de polsen waren en passeerden slapende gevangenen van paspopmateriaal in hun ongemakkelijk ogende slaapzakken. Het was uitermate rustig in het gebouw.

Het complex is gevestigd in wat ooit, in tijden voor klimaatverwarming Drents Siberië genoemd werd en de omgeving deed bepaald koud en eenzaam aan. Het leek het eind van de wereld. Als we iets verder waren doorgereden waren we gegarandeerd van de Aarde afgerold, met auto en al. Om een beetje warmte terug te vinden, nuttigden we de avondmaaltijd in een Portugees restaurant, waar aan een tafeltje naast me een evenbeeld zat van Ger, een veel te vroeg overleden vriend.