zondag 31 juli 2016

Leesrapportje 8

25 juli 2016
François Rabelais - Gargantua (1534)



Mijn Frans is niet goed, ik zou dit boek nooit in zijn oorspronkelijke taal hebben kunnen lezen. Dat komt goed uit, want ik wil het over vertalingen hebben. Twee verschillende.

Niet de allereerste vertaling: al in 1682 verscheen Alle de geestige werken van mr. François Rabelais, Geneesheer, vervattende in ses boeken de dappere daaden en deftige reedenen van d'overgroote reusen Grandgousier, Gargantua en Pantagruel, 'met groote vlijt uyt het Fransch vertaelt door Claudio Gallitalo', bij Jan ten Hoorn in Amsterdam. Claudio Gallitalo is een pseudoniem van de Fries Nicolaas Jarichides Wieringa (ca. 1644 - ca. 1700).

J. A. Sandfort
In de dertiger jaren verscheen de klassieke vertaling van J. A. Sandfort (1893-1959) van de vijf boeken over Gargantua en Pantagruel. In 1971 verscheen hiervan bij De Arbeiderspers een prachtige, handzame dundrukuitgave. Voor m’n vijfentwintigste had ik me door alle delen heengeworsteld, veel ervan ben ik sedertdien allang weer vergeten.

In 1996 verschenen van Gargantua twee nieuwe vertalingen vrijwel gelijktijdig. De ene van Théo Buckinx verscheen bij Bert Bakker. Ik heb hem niet gelezen maar ik begrijp dat er nogal wat kritiek was. Een gehaaste en niet erg respectvolle onderneming schijnt het te zijn geweest, zonder al te veel begrip van zestiende-eeuws Frans. 
J. M. Vermeer-Pardoen
De andere vertaling verscheen bij Van Gennep. Uiteindelijk zou dit project resulteren in vijf boeken in drie banden. Deze vertaling van Gargantua door J. M. Vermeer-Pardoen, heb ik zojuist gelezen, natuurlijk met die oudere ernaast. In haar inleiding levert de vertaalster nogal wat kritiek op de vertaling van Sandfort: die zou niet precies genoeg zijn, er zouden stukken weggelaten zijn, zijn taal en vertaalmethode zouden allebei gedateerd zijn. Hij zou de vertaalvisie van de dertiger jaren hebben aangehangen waar het resultaat belangrijker geacht werd dan het origineel. Vermeer-Pardoen betoogt dat de vertaler tegenwoordig veel “wetenschappelijker” te werk gaat, het origineel als allesbepalend beschouwt en zich ook voor contextuele studie baseert op de meest authentieke bronnen. Zelfs de keuze van primaire bron, legt ze uit, is nog niet zo eenvoudig. Zijzelf meent die gevonden te hebben in de kritische uitgave van A. Lefranc uit 1913-1922.

Tot zover.

Het ligt een beetje in mijn aard om bij voorbaat de voorkeur te geven aan de oude, “gedateerde” taal van Sandfort, maar hier ligt dat niet zo gemakkelijk. In de praktijk scoren beide vertalers op gezette tijden.

Vooropgesteld dat ik geen mening kan en mag hebben over de taalkundige kwaliteiten van de twee vertalingen, interesseren mij de verschillen in het Nederlands enorm. Vermeer-Pardoen heeft het ergens over een ongesneden ezel, Sandfort over een klootezel. 1-0 voor Sandfort. Vermeer-Pardoen: lulletjes lampekatoen, Sandfort: klootzakken. 1-1, zou ik zeggen. Sandfort: Ik rijm tegen de klippen op en al rijmend krijg ik soms mijn keel van slijm. Vermeer-Pardoen: Ik dicht dat het een lieve lust is, en soms ben ik zo aan het dichten, dat m’n hele kop dichtzit. Rijm/slijm in de eerste, dicht/dichtzit in de tweede. 1½-1½ dan maar?
Sandfort vertaalt de namen van personen soms wel, dan weer niet. Waar Vermeer-Pardoen vertaalt: Windjammer, Zakkendrager en Walewijn, heeft Sandfort het over Hurtebize, Fasquin, Gaulehaul. In datzelfde rijtje wordt Meester Overbodig (Eénteveel bij Vermeer-Pardoen) dan weer wel vertaald. Waarom?

En zo gaat het maar door. Voor het verhaal hoef je Gargantua niet te lezen - de plot is flinterdun - het gaat steeds weer om de taal. En ik denk dat naar mijn gevoel de vertaling van Sandfort nipt gewonnen heeft, juist omdat op bepaalde momenten hij het niet nodig heeft gevonden een woord sec, zonder franje, “wetenschappelijk” te vertalen. Hij doet het bovendien ook nog eens geheel en al zonder notenapparaat. En precies deze - soms zot uitbundige - onduidelijkheid maakt dat ik me in zijn beelden- en ideeënwereld net iets meer op mijn gemak meen te voelen dan in de precisie van Vermeer-Pardoen. Hoewel?

Nee, laat ik het bij nader inzien toch maar een gelijkspel noemen.

En nog vier delen van Vermeer-Pardoen te gaan. Joepie!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten