Hoewel sinds kort weer een kreupele versie van mijn oorspronkelijk blog in de lucht is, herstellende van een bijna fatale operatie, heb ik besloten om voorlopig verder te gaan met deze, versie 2.0. Ik was voornemens om een aantal van mijn stukken hier te herplaatsen, omdat ze op de een of andere manier dierbaar zijn en vorm geven aan wie ik ben, of ben geweest. Deze keer een ode aan de band die, meer dan wie ook, vanaf mijn prilste jeugd bepalend geweest is voor mijn muzikale vorming.
Sommige dingen gaan nooit weg. Ook al zweer je ze, keer op keer, officieel af, ook al roep je de banvloek over ze uit, niets helpt: hardnekkig blijven ze aan je kleven, als klitten, ondanks al je pogingen ze weg te vegen. Neem nu Jethro Tull. Tweeënveertig jaar geleden drongen deze woeste, harige lieden mijn gerauhfaserde jongenskamer binnen en sedertdien zijn ze, veel ouder nu, buikiger en aanmerkelijk minder harig, voortdurend aanwezig gebleven. Soms als een bron van ongebreidelde ergernis, dan weer als steun en toeverlaat in moeilijke tijden. De rockband als oude, vormloze, lubberige sweater. Een beetje vaal geworden, misschien, lichtelijk verdacht geurend en met hier en daar een vlek die je er niet meer uitkrijgt, maar je enige, je echte, je eigen en eeuwige lievelingstrui.
1968 |
Sommige dingen gaan nooit weg. Ook al zweer je ze, keer op keer, officieel af, ook al roep je de banvloek over ze uit, niets helpt: hardnekkig blijven ze aan je kleven, als klitten, ondanks al je pogingen ze weg te vegen. Neem nu Jethro Tull. Tweeënveertig jaar geleden drongen deze woeste, harige lieden mijn gerauhfaserde jongenskamer binnen en sedertdien zijn ze, veel ouder nu, buikiger en aanmerkelijk minder harig, voortdurend aanwezig gebleven. Soms als een bron van ongebreidelde ergernis, dan weer als steun en toeverlaat in moeilijke tijden. De rockband als oude, vormloze, lubberige sweater. Een beetje vaal geworden, misschien, lichtelijk verdacht geurend en met hier en daar een vlek die je er niet meer uitkrijgt, maar je enige, je echte, je eigen en eeuwige lievelingstrui.
1969 |
Deze band, geesteskind van Ian
Anderson, de iconische fluitist, gekleed in zwerverskleren, balancerend op één
been, of als een demente satyr in de microfoon grommend en grijnzend met zijn slechte gebit, kwam oorspronkelijk
uit de Noord-Engelse badplaats Blackpool. Met één oog gericht op het zuiden,
Liverpool, en natuurlijk Londen, en met het ander op het noorden (de
Schotse Hooglanden), had deze van oorsprong blues-, en zelfs rhythm &
blues-band van jongs af aan een onverwacht grote affiniteit met jazz, en
keltische folk. Naast de dwarsfluit als eigenzinnig solo-instrument, werd de
sound van Tull al vroeg gekleurd door mandolines. De combinatie van blues, rock, jazz en
folk was voor mijn zich vers ontwikkelende puber-oren onweerstaanbaar. Dit was
stevige muziek, die eigenwijs was, uiterst precies, maar beslist niet truttig.
Hier stonden vier wilde mannen die meer dan levensgroot waren, met snorren en
baarden, en haar van vijfendertig centimeter. Hier kon ik (12 jaar) wat mee.
Aanvankelijk was ik vooral een fan van de groep die Benefit (1969) maakte. Die compromisloze (men zou nu zeggen: bijna
punk-achtige) rockmuziek, die tegelijk opwindend en intimiderend, psychedelisch
en droevig was, bracht precies de juiste dosis vreemdheid aan in mijn leven.
Reünie (ca. 1975) |
Daarna, in 1970 kwam het eerste magnum opus: Aqualung. Nog steeds moeten de thans 65-jarige heren van de band
nummers als Locomotive Breath, en My God spelen. We kenden de plaat uit
ons hoofd, zo goed zelfs, dat ik soms fysiek onwel werd van de herkenning.
Met Thick as a Brick (1971) en daarna
A Passion Play (1972), werd de band
een vertegenwoordiger van wat progrock genoemd werd: Yes, King Crimson of Van der Graaf Generator waren hun
bondgenoten. De kleding werd pompeuzer, de live-show bombastischer. Een tijd
lang was mijn favoriete plaat het gezellige, buikige progfolk album Songs from the Wood. De groepsleden
droegen fezzen en kalotjes, monocles, vesten van brokaat en laarzen van delicaat
gemzenleer. Het was, eerlijk is eerlijk, eigenlijk geen gezicht.
1977 |
Een versobering vond plaats in 1980. De synthesizer werd groots binnengehaald,
en gedurende een flink deel van de tachtiger jaren was ik dol op Broadsword and the Beast, een
electroprogfolk album.
Tijdverdichting. Daar heb ik vreselijke
problemen mee. Jethro Tull kent voor mij een aantal zeer precies gedefinieerde
periodes: 1968-1970 de eerste, principiële, blues-rock-fase. 1970-1979 waren de
prog-rock jaren. En 1980-2011 was de derde fase. Men begrijpt mijn probleem. Die
derde fase duurt nu al 32 jaar!!
In die derde fase heb ik het meeste gedaan aan Tull. Ik stroopte
platenbeurzen en –winkeltjes af op zoek naar bootlegs en zeldzaam import-materiaal.
Van het internet haalde ik oude en nieuwe liveconcerten. Tot de eeuwwisseling
kocht ik braaf alles wat de heren in de recycler wilden gooien, long lost tapes, Anniversary sets, noem maar op. Tot het me allengs teveel werd. Nog
steeds kom ik bijna wekelijks nieuw live-materiaal van ze tegen, op
bittorrentsites als Dimeadozen, of Hunger City, maar ik download niets mee. Ik heb genoeg. Ik ben
klaar.
2007 |
En nog altijd staan de heren op de bühne (ik ga niet meer naar hun
concerten), nog altijd worden er (zij het steeds minder frequent) platen gemaakt
(ik heb de nieuwste platen niet meer aangeschaft. Geloof ik. Ik zou het moeten
nakijken). Maar het enige oorspronkelijke lid is Ian Anderson, en zijn
kompaan Martin Barre doet mee
vanaf plaat no. 2. De rest van de bezetting is een immer wisselend groepje
heren van wie ik momenteel, moet ik eerlijk bekennen, de namen niet eens weet.
De laatste tijd draai ik op mijn iPod vrij veel, vooral ouder Tull-materiaal,
en steeds vaker één LP met name, die ik nu dan ook formeel uit wil roepen tot
mijn favoriete Tull-plaat: Benefit.
De cirkel is, wat mij betreft, rond.
Ik denk dat BENEFIT ook mijn favoriet is, samen met WAR CHILD (de eerste twee Tull-CD's die ik ooit heb leren kennen, in 1975) en MINSTREL (de eerste die ik ooit heb gekocht, onmiddellijk na verschijning). WAR CHILD wordt als een tussendoortje beschouwd, maar ik vind 'm entertaining van begin tot einde (met uitzondering van het langdradige 'Bungle in the Jungle') en het is onvoorstelbaar hoeveel 'sonic detail' je hoort (net als bij A PASSION PLAY) op de remaster (met bonustracks)!
BeantwoordenVerwijderenJethro Tull trok voor het eerst mijn aandacht toen de single 'Bourrée' uitkwam. Het heeft nog jaren geduurd voor ik erachter kwam dat de muziek feitelijk van Bach was.
BeantwoordenVerwijderenHoewel de band op bepaalde albums vrij dicht langs de folkrock scheert (een genre dat zich altijd in mijn warme belangstelling heeft mogen verheugen) heb ik zelf nooit platen van ze aangeschaft. Misschien moet ik die achterstand nog eens inlopen; heden ten dage kosten de heruitgaves op CD minder dan een download via Spotify of iTunes.
Het enige album in mijn bezit is de live dubbel-lp 'Bursting out', die ik ooit kado kreeg. En die overigens een mooie doorsnede geeft over hun repertoire, zoals dat er eind jaren '70 uitzag.
Wat ik ook altijd wel mooi heb gevonden, is het gegeven dat Ian Anderson, die zich onstage toch als een echt podiumdier gedraagt, een grote afkeer schijnt te hebben van de sex, drugs en spreekwoordelijke rock 'n roll, die over het algemeen met dit soort bands wordt geassocieerd. Typisch een jongen die een gezegende ouderdom gaat halen, vermoed ik.
"More tea, vicar?"
@Hans: Ik denk dat ik, als ik Ian Anderson zou tegenkomen, niets met hem te maken zou willen hebben. Net als John Cleese schijnt hij in het normale leven een onuitstaanbaar saaie en pedante figuur te zijn.
BeantwoordenVerwijderenDe recentste geruchten, overigens, luiden dat er een breuk aanstaande is tussen Anderson en Martin Barre. Er wordt verteld dat de twee tijdens de laatste tour geen woord met elkaar gewisseld hebben. Barre heeft allerlei soloplannen uitgesproken. We zullen zien...
Alsjeblieft: zeg ik dat van dat halen van die gezegende ouderdom. Gaan de heren er op hun zoveel-en-zestigste nog even tegenaan met 'allerlei soloplannen'.
BeantwoordenVerwijderenZoals Freek ooit zei (hij was nog samen met Bram): "jongen; alles in je leven trekt krom, maar één ding...blijft recht overeind staan!"
Of, zoals Anderson ergens op 'Bursting Out' roept: "mr. Martin Lancelot Barré...Hurree!"
Even over de 'saaie, pedante' figuur Anderson. Ik heb hem eens geïnterviewd. Leuke, bedachtzame man. Ook iemand met humor. Maar iemand met sterke principes: een dwarse man dus :) Daar kan je er volgens mij in deze platgestreken maatschappij niet genoeg van hebben. Wel heavy om als schrijver en schepper van zulke mooie muziek, door kapotte stembanden je eigen materiaal moeilijk te kunnen zingen. Ook eng als voormalige bandleden (met een wrok) samen dat materiaal dan gaan opvoeren in een tournee. Iedere goede coverband zou ik overigens toejuichen.
BeantwoordenVerwijderen@Lucie: Jawel, misschien ben ik te snel in mijn oordeel. Ik ken hem inderdaad niet. Het doet er ook niet veel toe wat betreft mijn waardering voor de muziek (toevallig op dit moment draai ik "Supercharched Through LA", een bootleg met de volledige Passion Play erop).
BeantwoordenVerwijderenWel heb ik veel interviews met hem gezien en gelezen, en steeds meer hindert me de "meta" manier waarop hij naar zichzelf en JT terugkijkt. Alsof hij iemand anders is, hun manager of zoiets. Ook hindert me de naar mijn idee nogal kunstmatige manier waarop hij over een en ander praat, alsof hij het belangrijk vindt dat we weten dat hijzelf van nu, en niet hijzelf van toen, de echte, met zichzelf erg ingenomen Ian Anderson is. Een berekenende en volgroeide, niet een dwaze en ontdekkende artiest.
Ook denk ik dat er in JT te veel plotselinge personeelswijzigingen geweest zijn. Dat vind ik verdacht.
Kortom, toegegeven, allemaal inductie en interpretatie, maar het is wel degelijk een bepaald imago dat hij uitdraagt en dat mij bereikt. Een imago waar ik niet veel mee kan, waar ik weinig sympathie voor op kan brengen.
Gelukkig hebben we de albums nog.
Yep, gelukkig hebben we de albums nog :)
BeantwoordenVerwijderenKen je de reeks interviews uit The Guardian met artiesten over hun meest vervelende gigs? Als je dat leest weet je waarom afstand is genomen door veel performers.
Ian Anderson:
I stood with the rest of the band at the top of the ramp leading down to the field of Shea Stadium. As with the Beatles' Shea show 10 years earlier, this was not to be an artistic success, to say the least. Commercial jets on final approach to the adjacent La Guardia airport drowned out the sound, when it wasn't being drowned out by the firecrackers, whistles, hoots and hollers of the crowd. In those final moments before walking out on to the field, I was suddenly drenched with warm, sticky liquid from high above, where some of the rowdy, 50,000-strong audience looked down on to the players' access ramp. Only as I began the inaudible first verse of Thick as a Brick on acoustic guitar, did I realise with resigned horror that the liquid I assumed to be beer, was not, in fact, beer at all. It was urine. The unmistakable pong wafting from my then-ample head of damp hair and freshly laundered stage-clothing would remain for the duration of the show. An unholy baptism from above.
I could have picked the gig at Denver's Red Rocks Amphitheatre in 1971, when riots and police tear gas threatened to stop the show. Or being hit hard in the larynx by a baseball at Philadelphia Spectrum arena. Or anointment by the freshly plucked but seriously used tampon hurled with uncanny accuracy at another enormodome. Or the 10in steel spike impaled in the stage next to me at soundcheck when "fans" climbed into a roof gantry over the stage at soundcheck. Or the live rounds of automatic pistol ammunition thrown on to the stage during a show. But no – the bucket of piss, delivered with loving precision, wins out every time. You have to laugh. And count the money.
@Lucie: Die allerlaatste twee zinnetjes zijn precies wat ik bedoel. Ooit misschien een leuk, ironisch grapje, maar een paar keer te vaak gemaakt, en nu voor mij een teken van zelfgenoegzaamheid.
BeantwoordenVerwijderenMaar Ian is natuurlijk een lief knuffelkonijntje vergeleken bij iemand als Robert Fripp! ;-)
Nou, 'knuffelkonijntje'? :)))) Die man doet al vanaf het begin zijn best dat vooral niet te zijn. Control freaks zijn volgens mij zelden knuffelig. Maar ik twijfel geen seconde aan Ian's betrokkenheid bij de wereld, Daar is hij niet modieus in, maar oprecht. Geen charade. Die teksten van toen staan nog steeds ergens voor. Daar waardeer ik hem om.
BeantwoordenVerwijderenEn: het blijft een unieke figuur: http://www.youtube.com/watch?v=2ciE33YJ8Yg
Overigens: Fripp. Is dat niet een merk kopieermachine?
BeantwoordenVerwijderenOver "grumpy" Fripp heb ik het later misschien nog wel eens in een verhaaltje getiteld: "Mijn echtscheiding met King Crimson"! ;-)
BeantwoordenVerwijderenIk zal het zeker met interesse lezen :) Dank voor deze leuke discussie!
BeantwoordenVerwijderenOok dank. Ik heb je link naar The Hare van Uncle Ian op m'n facebook gezet.
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.youtube.com/watch?v=q7jZMCBEsZM
BeantwoordenVerwijderenHave fun :)
Lucie
Ja! Oh help. Ian die een Mike Oldfield doet, brr. Naar het schijnt op aanraden van Derek Shulman, no less, de verbitterde ouwe zeikerd van Gentle Giant, nu groothandelaar in commercieel lawaai.
BeantwoordenVerwijderenTruth be told, wat ik gehoord heb klonk weliswaar derivatief, maar niet zakkig. We gaan het een eerlijke kans geven.
:) Mooi, dat je het een kans wil geven. En deze link http://www.stcleve.com hoort er ook nog bij. Wel geestig, de krant op internet. Overigens: dat verbitterde, ouwe zeikerige.... zou dat nou de leeftijd zijn? Al die boze 55+'ers, teleurgesteld en miskend, de ik overal aantref. Ik ga in training hoor: zo wil ik niet worden :)))))
BeantwoordenVerwijderenHallo Dwarse man. Hier ben ik weer even. Net terug uit Engeland, van een fantastisch 'cirkel-rond' concert van Ian Anderson... Dat wilde ik je niet onthouden. Neem eens een kijkje op deze youtube link. Het geluid is wat schel, maar toch geeft het een mooi beeld van het concert, dat volledig uitverkocht was. Eerste helft bestond uit TAAB 1, na de pauze TAAB 2. Petje af voor de man. http://www.youtube.com/watch?v=NklR7jpIoAQ&feature=related
BeantwoordenVerwijderenIk hoor alleen maar gunstige kritieken, dus onze angst voor een totale deceptie is al heel snel weggenomen. Goede greep om eindelijk de moeilijker zangpartijen door een soepeler stem te laten doen. Pet af, en ga zo door (persoonlijk zou ik nu wel een cd getiteld "Second Benefit" willen horen...)
BeantwoordenVerwijderenHahahahaha. Tot ziens in de Melkweg. 19 november. Dan doet Ian zijn kunstje daar. En dan ga we vergelijken: begin tournee en een gig aan het einde ervan.
BeantwoordenVerwijderenIk was helemaal vergeten om het interview dat ik een paar jaar geleden met Ian had te linken: http://www.2communicate.nu/img/pdf/Interviews/interview_IanAnderson.pdf
BeantwoordenVerwijderenBij deze! ;)