dinsdag 15 november 2011

Wees kijker!

Ik was wat doelloos aan het ronddwalen in het internet en kwam op Wikipedia terecht bij het lemma over de Slinger van Foucault, zoals dat gebeuren kan. Ergens onderaan las ik iets dat me een schok gaf: “Sinds 1 mei 2007,” stond er, “hangt er weer een Slinger van Foucault in de Grote Kerk in Veere. Deze slinger is ontworpen en gemaakt door de kunstenaar Kees Wijker uit Middelburg (Zeeland).” Kees! Die had ik alweer een paar jaar niet meer gegoogled. Hoe zou het met hem zijn?

Kees kende ik als een broodmagere slungel met slordig, naar alle kanten wild wegspringend haar, en een altijd mild geamuseerde grijns. Kraaienpootjes en grote, sterke, ietwat grauwe tanden. Scherpe neus voor het absurde, een vat vol laterale uitspraken. Lief vond ik hem, uitgesproken lief. Hij was zomaar op een dag de schaakclub binnengelopen, in navolging van een heleboel andere schakende alumni van de Rietveld-Academie. Erg sterk waren ze niet, die beeldend kunstenaars, maar ze waren wild en vrolijk en door hun vrije geest werden ze al snel zeer gewaardeerde clubleden, die een flink deel van de sfeer op de vereniging bepaalden.

Al gauw vormden Kees en ik de redactie van het clubblad. Zijn schrijfstijl was een perfecte weerspiegeling van zijn persoon: altijd licht verbaasd, altijd mild ironisch, altijd vol zelfdeprecatie. Meestal schreef hij over zijn eigen bangelijke schaak en zijn kolossale blunders, maar omdat hij dat zo consequent deed, vond hij dat hij het zich ook kon veroorloven om nu en dan heel venijnig over zijn tegenstanders te schrijven. Moest hij tegen een uitermate vervelend mannetje spelen, beschreef hij in zijn verslag extreem precies diens eigenaardigheden, maar meestal verdronk hij in hyperrealistische, millimetergrote details die weliswaar schaaktechnisch niets ophelderden, maar wel een fijne inkijk opleverden in zijn belevingswereld. Een commentaar bij zijn zet 2 c2-c4 luidt: “Ik ben linkshandig, dus speelde ik op de damevleugel. De klok stond echter rechts, dus per zet moest ik steeds de maximale afstand asbak-bord-klok overbruggen, dus veel voordeel had ik hier niet met mijn d-opening. Wel drukte ik een keer de klok van Wim in, die links van me zat en na de partij nam ik zelfs Wims aansteker mee die exact gelijk is aan de mijne: ik heb er nu twee en Wim nul. Later probeerde ook mijn tegenstander deze klok in te drukken, maar hij bedacht zich op tijd. Hij had een aansteker met een bijna blote vrouw erop en rookte dan ook veel.”

Hij ontwierp uiteraard de omslagen van het clubblad, en in die tijd hadden we met dat blad een zekere naam verworven. Landelijke schaakbladen citeerden uit ons werk, en op een bepaald moment had New in Chess, toen al en nog steeds het beste schaaktijdschrift ter wereld, een ontwerp van hem zonder bronvermelding overgenomen. Kees realiseerde het zich ook, maar het liet hem koud. ‘Ze doen maar.’


Als beeldend kunstenaar maakte hij voornamelijk kinetische installaties. Alles wat hij uitgedacht had, was in vele grote schetsen vereeuwigd. Hij tekende zijn laterale ideeën uit en monteerde ze vervolgens met schroevendraaier en soldeerbout. Zijn kunstwerken hadden de kleine, menselijke maat van Meccano en de elektrische experimenteerdoos van onze jeugd. Hij schreeuwde niet, maar fluisterde, altijd en eeuwig met een ironische grinniklach. Druk op een knopje en ergens achter een raam gaat een lichtje branden, een belletje rinkelen. Opdracht aan de kijker: probeer je voor te stellen wat er achter dat raam gebeurt. Draai eens aan deze slinger. Zie je hoe een rare vogel waggelend van links naar rechts loopt? Waarom zou hij dat doen? Kees’ levensmotto was een spoonerisme op zijn naam: Wees kijker!

Ik heb nog wel middagen gesuppoost op tentoonstellingen van Kees. Ik was een fan, en ben dat eigenlijk altijd, zij het op afstand, gebleven. Als er weer ergens een glimlach aan een draadje hing, verbonden met een aan-en-uit-knopje, en ik kwam het toevallig tegen op het internet, was mijn dag weer even een klein beetje draaglijker geworden.

Plotseling was hij verdwenen. Nieuwe vriendin, nieuwe woonplaats. Middelburg. Wij op de schaakclub begrepen het niet: Middelburg?? Kennelijk wist hij wat hij deed. Hij heeft een mooie website, Middelburg lijkt bezaaid met grijnsjes van zijn hand, hij heeft de pendel van Veere mogen bouwen. Het is hem, zo te zien, goed gegaan en daar ben ik blij om.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten